Beoordeling door de voorzieningenrechter
7. Verzoeker verbleef in een woonvoorziening van Pameijer en kreeg daar ook zorg. In oktober 2023 wilde Pameijer de zorg beëindigen omdat beide partijen verdere begeleiding niet meer zagen zitten. De beëindiging van de zorg zou betekenen dat verzoeker dakloos zou worden. Dit terwijl hij door een urgentieverklaring zicht had op een eigen woning. Pameijer heeft vervolgens ingestemd met het bieden van huisvesting zonder bijbehorende zorg.
8. Er is regelmatig contact geweest tussen verschillende instanties (het college, SUWR en zorgaanbieder Jados) om ervoor te zorgen dat verzoeker een woning aangeboden zou krijgen in Rotterdam, zodat hij zorg aan huis (ambulante zorg) zou kunnen krijgen van zorgaanbieder Jados. Verzoeker viel op dat moment nog onder een oude regeling, waarbij het mogelijk was om uit te stromen vanuit beschermd wonen zonder huurzorgcontract.
9. Medio 2024 heeft zorgaanbieder Jados de zorg beëindigd vanwege grensoverschrijdend gedrag en omdat er geen vertrouwen meer was voor voortzetting van de hulpverlening. Rond diezelfde tijd kreeg verzoeker een woning aangeboden, maar bleek hij daarvoor niet in aanmerking te komen omdat hij op dat moment geen inkomen meer had.
10. Vanaf 1 juli 2024 viel verzoeker onder de nieuwe regeling, waardoor uitstroom alleen mogelijk zou zijn met een huurzorgcontract.
11. Het college is op zoek gegaan naar een andere zorgaanbieder (Kompass). Verzoeker heeft verdere begeleiding echter geweigerd. Ondertussen hield verzoeker nog steeds een plek bezet bij Pameijer zonder bijbehorende zorg. Dit bleek niet langer een houdbare situatie te zijn, omdat die plek nodig was voor anderen. Verzoeker dreigde daarom dakloos te worden.
12. Om dit te voorkomen, heeft het college op 2 december 2024 het besluit genomen om verzoeker maatschappelijke opvang te verlenen. Verzoeker zou dan langer in de woonvoorziening kunnen blijven wonen. De bedoeling was dat er dan verder gezocht kon worden naar een zelfstandige woning waar verzoeker begeleiding aan huis zou kunnen krijgen. Verzoeker moest dan wel akkoord gaan met een aantal spelregels en hij moest zelf op zoek gaan naar een zorgaanbieder. Aan verzoeker is gevraagd om de ‘laatste kans verklaring’ en de spelregels te ondertekenen. Als verzoeker dit niet zou doen, dan moest hij de woning bij Pameijer voor 19 januari 2025 verlaten.
Waar gaat het in deze zaak om?
13. Met het bestreden besluit heeft het college de maatschappelijke opvang beëindigd omdat verzoeker de verklaring en de spelregels niet wil tekenen. Verzoeker zal daarom vanaf 19 januari 2025 zijn eigen onderkomen moeten regelen. Verzoeker is het niet eens met dit besluit. Hij wil met het verzoek om een voorlopige voorziening bereiken dat hij in de woonvoorziening mag blijven wonen.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af
14. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Heeft verzoeker een spoedeisend belang?
15. Een procedure bij de voorzieningenrechter is een spoedprocedure. Een voorlopige voorziening kan alleen worden getroffen als er een spoedeisend belang is, waardoor iemand niet kan wachten op een besluit op zijn bezwaar- of beroepschrift.
16. De voorzieningenrechter vindt dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij deze procedure. Uit informatie van verzoekers gemachtigde van 24 januari 2025 blijkt dat de opvang per 26 januari 2025 zal stoppen en dat verzoeker daarna aangewezen is op de nachtopvang. Verzoeker heeft op dit moment dus geen eigen woonruimte meer.
Waarom wijst de voorzieningenrechter het verzoek af?
17. Het college heeft de maatschappelijke opvang toegekend onder de voorwaarde dat verzoeker de laatste kans verklaring en de spelregels zou ondertekenen. Verzoeker heeft aangegeven dat hij deze stukken niet wil ondertekenen, omdat hij door het ondertekenen ervan wordt gedwongen om een huurzorgcontract aan te gaan.
18. In de laatste kans verklaring staat dat het doel is om verzoeker zelfstandig te laten wonen met begeleiding aan huis. Verzoeker moet daarvoor zelf een zorgaanbieder benaderen. In de spelregels staat dat er geen sprake is van een huurzorgcontract. Verzoeker heeft hierover per e-mail vragen gesteld aan het college, omdat hij ervan uitgaat dat er sprake zal zijn van een huurzorgcontract. Het college heeft in diverse e-mails toegelicht dat het gaat om uitstroom naar een zelfstandige sociale huurwoning, zonder een directe verplichting tot begeleiding. Omdat het college en de woningbouwvereniging enige zekerheid willen hebben dat verzoeker begeleiding heeft als er zaken misgaan, wil het college dat verzoeker wordt bijgestaan door een zorgaanbieder. Het ondertekenen van de verklaring en de spelregels dient als bevestiging dat een concrete zorgaanbieder van plan is om verzoeker te ondersteunen, zonder dat het juridische gevolgen heeft voor verzoeker of de zorgaanbieder. Dit is anders bij een huurzorgcontract, waar juridisch ingrijpen wel mogelijk is.Ter zitting heeft het college overigens toegelicht dat het opnieuw aanbieden van dezelfde spelregels aan verzoeker geen optie meer is. Met de laatste kans verklaring is een laatste poging gedaan om te voorkomen dat verzoeker dakloos zou worden en heeft het college nog kunnen voorkomen dat de woningbouwvereniging de eis van het huurzorgcontract zou stellen als verzoeker zou worden begeleid door een zorgaanbieder. Nu ook Kompass buiten beeld is geraakt en verzoeker geweigerd heeft te tekenen, is deze route niet langer mogelijk. Dit is ook expliciet opgenomen in de laatste kans verklaring als consequentie van het niet tekenen.
19. Ondanks meerdere toelichtingen van de kant van het college heeft verzoeker aangegeven dat hij sowieso de laatste kans verklaring niet gaat ondertekenen. De voorzieningenrechter begrijpt uit het dossier dat verzoeker erg wantrouwend is geworden, maar zij ziet niet in wat het college nog meer had moeten doen om aan verzoeker duidelijk te maken dat er geen sprake was van een huurzorgcontract. Verzoeker had tot 6 januari 2025 de tijd om de verklaring en de spelregels te ondertekenen. In diverse e-mails van 2 januari 2025 heeft verzoeker bij het college aangedrongen op een besluit waarbij de toegekende maatschappelijke opvang wordt ingetrokken. Aangezien verzoeker meerdere malen heeft aangegeven dat hij de verklaring niet zou ondertekenen en hij op 2 januari 2025 ook meerdere malen heeft gevraagd om een besluit, heeft het college geen aanleiding hoeven zien om tot 6 januari 2025 te wachten met het nemen van het bestreden besluit. Het college heeft de maatschappelijke opvang kunnen beëindigen, omdat verzoeker niet heeft voldaan aan de daaraan verbonden voorwaarden (het ondertekenen van zowel de verklaring en de spelregels).