Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, begeleid wonen, zinvolle dagbesteding en een contactverbod met zijn medeverdachte.
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10-210432-22.
4.Waardering van het bewijs
envergezeld van geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te makendoor:
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
€ 3.767,85 (zegge: zevenendertighonderdenzevenenzestig euro en vijfentachtig cent), bestaande uit
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€ 3.767,85 (zegge: zevenendertighonderdenzevenenzestig euro en vijfentachtig cent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 3.767,85 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
47 (zevenenveertig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
tenuitvoerleggingvan het voorwaardelijke gedeelte van 78 (achtenzeventig) dagen jeugddetentie, van de bij vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde gevangenisstraf (parketnummer 10-210432-22).