Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 240 uren met aftrek van voorarrest en een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
‘vol’opzet. De vraag is of het opzet van de verdachte in voorwaardelijke zin was gericht op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, ofwel heeft de verdachte de aanmerkelijke kans aanvaard op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door op korte afstand met een hogedrukspuit, die werd gebruikt voor het reinigen van beton, te spuiten in het gezicht van zijn collega? De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt.
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vordering benadeelde partij
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
taakstraf voor de duur van 240 (tweehonderdveertig) uren,waarbij Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
230 (tweehonderddertig) urente verrichten taakstraf resteert;
115 (honderdvijftien) dagen;
€16.000,- (zegge: zestienduizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 20 mei
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [benadeelde partij] te betalen
€16.000,-(hoofdsom,
zegge: zestienduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 mei 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening;
€ 16.000,-niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
115 (honderdvijftien) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;