ECLI:NL:RBROT:2025:2391

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2025
Publicatiedatum
26 februari 2025
Zaaknummer
10/071217-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake belaging van vader en ex-partner met verminderd toerekeningsvatbaarheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan belaging van zijn vader en ex-partner gedurende een periode van ongeveer één maand. De verdachte, geboren in 1992, heeft zich herhaaldelijk voor de woning van zijn vader opgehouden, waar ook zijn ex-partner verbleef. Hij heeft aan de deur gebeld, geschreeuwd, naar binnen gestaard, op de deur geslagen, gespuugd en harde muziek afgespeeld via de intercom. De verdachte heeft zijn vader ook achtervolgd en berichten over hem op sociale media geplaatst. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van twee maanden geëist, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, gezien zijn psychische toestand, en heeft hem veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder behandeling door een zorgverlener en het vermijden van contact met de slachtoffers. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, evenals het advies van deskundigen over zijn psychische toestand en het recidiverisico.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/071217-24
Datum uitspraak: 7 februari 2025
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1992,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres 1],
raadsman mr. H. Folkers, advocaat te Gorinchem.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 7 februari 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht. Kort gezegd wordt de verdachte verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan de belaging van zijn vader [naam 1] en ex-partner [naam 2] door zich over een periode van circa één maand veelvuldig op te houden voor en door aan te bellen en te schreeuwen bij de woning van zijn vader waar ook zijn ex-partner verbleef. Hij zou naar binnen hebben gestaard, op de voordeur hebben geslagen en gebonkt, voor de deur hebben gespuugd en/of overgegeven en harde muziek hebben afgespeeld via de intercom. Ook wordt hem verweten dat hij zijn vader heeft achtervolgd en daarbij tegen hem heeft geschreeuwd en dat hij berichten over zijn vader op sociale media heeft geplaatst.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S. Groen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden, geheel voorwaardelijk, met aftrek van voorarrest en een proeftijd van 2 jaar en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering;
  • opheffing van het geschorste bevel voorlopige hechtenis.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij omstreeks 18 januari 2024 tot en met 27 februari 2024 te Dordrecht wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders
persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam 1] en [naam 2], door veelvuldig
- zich op te houden voor de deur van de woning van die [naam 1] en daarbij naar binnen te staren en aan te bellen bij die [naam 1] en tegen de deur te slaan en bonken en
voor de deur van die [naam 1] te schreeuwen en roepen en harde muziek af te spelen via de intercom en voor de woning van die [naam 1] te spugen en die [naam 1] te achtervolgen en daarbij tegen hem te schreeuwen en berichten op social
emedia te plaatsen over die [naam 1] met het oogmerk die [naam 1] en die [naam 2] te dwingen iets te doen, te dulden en vrees aan te jagen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist, worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
belaging
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich gedurende ongeveer één maand schuldig gemaakt aan de belaging van zijn vader en zijn ex-partner. Hij heeft zich veelvuldig opgehouden voor en aangebeld bij de woning van zijn vader, waar ook zijn ex-partner op dat moment woonachtig was. Daarbij heeft hij naar binnen gestaard, op de voordeur geslagen en gebonkt, voor de woning gespuugd en harde muziek door de intercom afgespeeld. Ook heeft de verdachte zijn vader achtervolgd, terwijl hij tegen hem schreeuwde, en berichten over hem op sociale media geplaatst. Ondanks meerdere waarschuwingen van de politie dat hij zijn vader met rust moest laten, is de verdachte doorgegaan met belagen. Dit moet erg beangstigend zijn geweest voor zowel zijn vader als zijn ex-partner, die zich door het handelen van de verdachte thuis niet langer veilig voelden. Dit rekent de rechtbank de verdachte aan. Uit het dossier blijkt echter ook dat de psychische toestand van de verdachte een belangrijke rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van het strafbare feit.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
14 januari 2025. Daaruit blijkt dat de verdachte op 28 november 2023 door de politierechter van deze rechtbank is veroordeeld tot een voorwaardelijke straf vanwege mishandeling van zijn vader en (ex-)partner. De rechtbank weegt in het nadeel van de verdachte mee dat het onderhavige feit is gepleegd, terwijl hij in de proeftijd liep van die veroordeling.
Bij beslissingen van respectievelijk 2 en 30 april 2024 en 18 juni 2024 zijn aan de verdachte strafbeschikkingen opgelegd, zodat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
7.3.2.
Rapportages
Psychiater [naam 3] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
19 juni 2024. Dit rapport houdt – voor over van belang – het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een persoonlijkheidsstoornis met borderline persoonlijkheidskenmerken als waarschijnlijkheidsdiagnose en een matige stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis. De stoornissen waren aanwezig ten tijde van het ten laste gelegde en hebben de gedragskeuzes en gedragingen van de verdachte ten tijde van het ten laste gelegde beïnvloed, waardoor geadviseerd wordt het ten laste gelegde hem, indien bewezen, in verminderde mate toe te rekenen. In geval van een bewezenverklaring is de persoonlijkheidsstoornis van directe invloed geweest op de belaging. Het recidiverisico wordt zonder aanvullende interventies ingeschat als matig. Dit oordeel is gebaseerd op de afname en interpretatie van het
stalking risk profile, een klinische duiding hiervan en een inventarisatie van de beschermende factoren (gemiddelde intelligentie, positieve levensdoelen, medicatiegebruik, aanwezigheid van hulpverlening en een enigszins stabiele woonsituatie bij het Leger des Heils). Het recidiverisico kan worden verlaagd door behandeling van de waarschijnlijke persoonlijkheidsstoornis, dit vormt een belangrijke risicofactor. Het advies is om te beginnen met een klinische behandeling, overgaand in een ambulante behandeling in het kader van bijzondere voorwaarden bij een eventueel op te leggen voorwaardelijk strafdeel, zodat de verdachte kan worden behandeld in een forensisch kader waarbij expliciet aandacht is voor de relevante delictfactoren. De verdachte heeft zichzelf bereid verklaard tot naleving van de voorwaarden, wil niet meer in detentie komen en komt gemotiveerd over voor behandeling. Indien hij op een later moment niet (meer) gemotiveerd is voor behandeling, maar er nog wel een behandelindicatie is, kan een zorgmachtiging worden aangevraagd. De verwachting is dat bovenstaand kader afdoende is om recidive te voorkomen, reden waarom geen tbs-maatregel wordt geadviseerd.
Psycholoog [naam 4] heeft ook een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 27 juni 2024. Dit rapport houdt – voor zover van belang – het volgende in.
Volgens de psycholoog is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en theatrale trekken, naast stoornissen in het gebruik van alcohol en cannabis. Een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis wordt niet uitgesloten. Geadviseerd wordt om het ten laste gelegde de verdachte, indien bewezen, in verminderde mate toe te rekenen. Een (deels) psychotische ontregeling ten tijde van het ten laste gelegde wordt niet uitgesloten, maar er is onvoldoende informatie voorhanden om de aanwezigheid van (psychotische) problematiek op een betrouwbare wijze te onderbouwen. In geval van een bewezenverklaring wordt geadviseerd om een klinische behandeling te laten plaatsvinden in een forensisch psychiatrische setting in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een (deels) voorwaardelijke straf. De diagnostiek komt grotendeels overeen met die van de psychiater, diens conclusie en advies zijn eensluidend. De psycholoog deelt de conclusie van de psychiater dat het recidiverisico matig is niet. Gelet op de
stalking risk profileen op basis van klinische gronden
,schat de psycholoog het recidiverisico in als hoog. Zolang de verdachte niet afdoende is behandeld ten aanzien van de genoemde problematiek, blijft het recidiverisico hoog.
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
22 oktober 2024. Dit rapport houdt – voor zover van belang – het volgende in.
De verdachte is na een suïcidepoging op 17 maart 2024 opgenomen bij de crisislocatie van Yulius. Op 26 maart 2024 is de verdachte uit de kliniek ontslagen en heeft hij zich gemeld bij de reclassering. Hierna zijn geen overlastmeldingen meer geweest bij zijn vader of ex-partner. Sinds zijn ontslag was hij nog steeds psychisch instabiel en ontregeld, speelde middelengebruik een grote rol en hij was dakloos. De verdachte ervoer en ervaart een grote lijdensdruk. Na meerdere suïcidepogingen zijn de schorsingsvoorwaarden aangepast en is hij aangemeld voor een klinische opname. Sinds 17 juli 2024 verblijft de verdachte in de Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) van Fivoor in Den Haag. De reclassering ziet een directe link tussen de psychische instabiliteit en het recidiverisico. De instabiele leefomstandigheden vergroten dit risico en maken een ambulante behandeling vrijwel onmogelijk. Een klinische setting met structuur en regelmaat zijn van belang voor de verdachte om tot rust te komen, nuchter te blijven en behandeling te volgen. Het recidiverisico wordt zonder klinische opname ingeschat als hoog, het risico op letsel als gemiddeld.
Ter zitting heeft de reclasseringsmedewerker [naam 5] het reclasseringsrapport kort toegelicht. Zij heeft – zakelijk weergegeven – verklaard dat het belangrijk is dat er een kader blijft. De verdachte is gemotiveerd om aan zichzelf te werken en zet zich in voor het behandeltraject, maar hij heeft een stok achter de deur nodig om door te zetten. Ook is er nog geen zicht op uitstroommogelijkheden. De diagnostiek moet eerst nader worden vastgesteld, dan volgt een behandelplan. Er kan dan ook gewerkt worden aan de copingvaardigheden en delictgerelateerde factoren.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusies van de psychiater en psycholoog gedragen worden door hun bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, neemt de rechtbank die conclusies over en maakt die tot de hare. De verdachte wordt in verminderde mate toerekeningsvatbaar geacht, aangezien de verdachte ten tijde van het begaan van het ten laste gelegde leed aan een psychische stoornis en het feit mede onder invloed daarvan is begaan.
De rechtbank sluit voor wat betreft de inschatting van het recidiverisico aan bij de bevindingen van de psycholoog en de reclassering, aangezien de gebruikte risicotaxatie-instrumenten een hoog risico uitwijzen en vanwege de nog altijd instabiele en ontregelde psychische toestand van de verdachte. Dit betekent dat de rechtbank het risico op herhaling op dit moment en zonder behandeling groot acht.
Gezien de ernst van het feit kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd en op het feit dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar was ten tijde van het plegen van het delict. Nu de psychiater, de psycholoog en de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk achten, zal de rechtbank de voorgenomen straf geheel voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. De voorwaardelijke straf dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
1. de veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. de veroordeelde laat zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
3. de veroordeelde laat zich opnemen in Fivoor De Kijvelanden of een soortgelijke forensische zorginstelling, te bepalen door de reclassering. Hieronder valt ook detox, diagnostiek en langdurige behandeling. De opname start indien de reclassering dit nodig acht. De opname duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
4. de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
5. de veroordeelde zal op geen enkele wijze contact hebben met zijn vader [naam 1] (geboren [geboortedatum 2] 1954), indien het contactverbod van kracht is. Het contactverbod is alleen van kracht indien de reclassering dit nodig vindt, zoals bij een verhoogd risico door psychiatrische ontregeling;
6. de veroordeelde zoekt op geen enkele wijze – direct of indirect – contact met zijn
ex-vriend [naam 2] (geboren [geboortedatum 3] 1989), zolang de reclassering dit nodig vindt;
7. de veroordeelde zal zich houden aan een locatieverbod voor het adres [adres 2], indien het locatieverbod van kracht is. Het locatieverbod is alleen van kracht indien de reclassering dit nodig vindt, zoals bij een verhoogd risico door psychiatrische ontregeling;
7. de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delict gedrag;
8. de veroordeelde werkt mee aan controle op het gebruik van middelen om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.H. Kroon, voorzitter,
en mrs. H. van den Heuvel en F.M. van Peski, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.D. Schmahl, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij in of omstreeks 18 januari 2024 tot en met 27 februari 2024 te Dordrecht, althans
in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders
persoonlijke levenssfeer, te weten die van [naam 1] en/of [naam 2], door (veelvuldig)
- zich op te houden voor de deur van de woning van die [naam 1] en/of daarbij naar binnen te staren en/of
- aan te bellen bij die [naam 1] en/of
- tegen de deur te slaan en/of bonken en/of
- voor de deur van die [naam 1] te schreeuwen en/of roepen en/of harde muziek af te spelen via de intercom en/of
- voor de woning van die [naam 1] te spugen en/of overgeven en/of
- die [naam 1] te achtervolgen en/of daarbij tegen hem te schreeuwen en/of
- berichten op social media te plaatsen over die [naam 1]
met het oogmerk die [naam 1] en/of die [naam 2] te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.