Op 2 januari 2025 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2012. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 14 januari 2026, omdat er ernstige zorgen zijn over zijn ontwikkeling en opvoeding. De minderjarige verblijft momenteel bij zijn vader, die geen gezag over hem heeft, en er zijn zorgen over de thuissituatie en de opvoeding door de moeder. De kinderrechter heeft ook een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor de duur van zes maanden, omdat de moeder niet in staat is om voor de minderjarige te zorgen. Daarnaast is de GI Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond belast met het gezag over de minderjarige met betrekking tot de aanmelding bij een onderwijsinstelling. De kinderrechter heeft het verzoek om een bijzondere curator te benoemen afgewezen, omdat er geen belangenstrijd is aangetoond die dit noodzakelijk maakt. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.