Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2], vennoot van eiseres sub 1,
3.
[eiser 3], vennoot van eiseres sub 1,
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 september 2024, met producties;
- de conclusie van antwoord van 17 september 2024;
- het e-mailbericht van [eiser 1] van 7 januari 2025 met producties.
2.De beoordeling
e-mail aan [gedaagde] nagezonden. Het voorontwerp is daarna op 7 maart 2024 gepresenteerd. Op 11 maart 2024 heeft [gedaagde] vervolgens aangegeven dat er een ‘duidelijke basis van ontwerp’ ligt waarmee het uitvoerend team van [gedaagde] aan de slag kon. Op geen enkel moment heeft [gedaagde] op de rem getrapt en [eiser 1] erop aangesproken dat in haar visie nog geen overeenstemming over de opdracht bestond en [eiser 1] dus zonder haar akkoord aan de slag was gegaan. Weliswaar heeft [gedaagde] op 20 februari 2024 per e-mail om een definitieve offerte gevraagd, maar dat moet naar het oordeel van de kantonrechter worden aangemerkt als een reactie op de e-mail van [eiser 1] van 12 februari 2024 waarin een nieuwe offerte werd aangekondigd, inclusief materiaal en uitvoering. Het materiaal en de uitvoering behoorden echter niet tot het schetsontwerp en het voorontwerp, maar tot de latere uitvoeringsfase. Voor de uitvoeringsfase waren (nog) geen afspraken gemaakt. De kantonrechter concludeert op grond van het voorgaande dat [gedaagde] door haar gedragingen (stilzwijgend) met de offerte van 22 januari 2024 heeft ingestemd en dat de overeenkomst van opdracht voor het schetsontwerp en het voorontwerp daarmee tot stand is gekomen.
(artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die [gedaagde] aan [eiser 1] moet betalen op € 139,42 aan dagvaardingskosten, € 1.409,00 aan griffierecht, € 812,00 aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 406,00) en € 135,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 2.495,42. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals gevorderd.
3.De beslissing
28 maart 2024 over het bedrag van € 9.438,00 en vanaf 5 juni 2024 over het bedrag van
€ 2.178,00, over beide bedragen tot de dag van volledige betaling;
21 februari 2025.