Op 10 februari 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2019. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Leger Des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, die betrokken is bij de zorg voor de minderjarige. De moeder van de minderjarige heeft het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij haar. De kinderrechter heeft eerder op 24 september 2024 de ondertoezichtstelling al verlengd en nu is er een verzoek van de GI om deze opnieuw te verlengen voor een jaar. De kinderrechter constateert dat er weinig vooruitgang is geboekt in de communicatie tussen de ouders, wat een belangrijke factor is in de zorg voor de minderjarige. De vader is het eens met de verlenging, terwijl de moeder verzet aantekent, omdat zij vindt dat er geen meerwaarde meer is voor de ondertoezichtstelling. De kinderrechter oordeelt dat de zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige nog steeds aanwezig zijn en dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft. De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling met zes maanden en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.