Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Vennootschap onder Firma [gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2] ,
3. [gedaagde 3] ,
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 juli 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- de akte van 27 november 2024 van [eiser] , met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft eiser, handelend onder de naam [bouwbedrijf A], werkzaamheden verricht voor gedaagde, een vennootschap onder firma, in het kader van een aannemingsovereenkomst. Eiser heeft in de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023 verschillende werkzaamheden uitgevoerd en heeft hiervoor 18 facturen verzonden, die door gedaagde niet zijn betaald. Gedaagde heeft als verweer aangevoerd dat bij de facturen geen ondertekende urenlijsten zijn overgelegd, wat volgens de overeenkomst vereist was voor betaling. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat partijen op enig moment zijn overeengekomen dat deze urenlijsten niet meer bij de facturen hoefden te worden gevoegd. Gedaagde heeft niet kunnen aantonen dat deze afspraak slechts voor één project gold en heeft ook geen bewijs geleverd dat eiser de werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd. De kantonrechter heeft de eis van eiser toegewezen en gedaagde hoofdelijk veroordeeld tot betaling van de openstaande facturen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van eiser toegewezen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.