Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift van Onnink (ontvangen op 20 december 2024), met bijlagen;
- het verweerschrift van [verweerder] (ontvangen op 21 januari 2025), met bijlagen;
- de brief met productie van [verweerder] (ontvangen op 22 januari 2025);
- de pleitnotities van mr. Smit;
- de pleitnotities van mr. Craenen.
2.De kern van de zaak
3.Het verzoek en de beoordeling daarvan
ernstigverwijtbaar. Van
ernstigverwijtbaar handelen of nalaten kan slechts in uitzonderlijke gevallen sprake zijn. De lat voor het aannemen van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten ligt dan ook zeer hoog [2] .Tegen de achtergrond van alles wat hiervoor is overwogen, is de kantonrechter echter van oordeel dat deze lat gehaald is.
ernstigverwijtbaar handelen van in dit geval [verweerder] [3] . Onnink vraagt dit te doen. Zoals hiervoor al is geoordeeld is het handelen of nalaten van [verweerder] ernstig verwijtbaar. Er is daarom aanleiding om de opzegtermijn niet in acht te nemen. De arbeidsovereenkomst zal dus worden ontbonden met ingang van 1 maart 2025.