ECLI:NL:RBROT:2025:3065

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
ROT 24/3342
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) wegens gebrek aan blijvende behoefte aan permanent toezicht

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). Eiser had op 9 januari 2023 een aanvraag ingediend, die op 20 april 2023 door verweerder werd afgewezen. Verweerder handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit van 22 februari 2024. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 27 februari 2025 zijn eiser, zijn oma, een maatschappelijk werkster en de gemachtigde van verweerder aanwezig geweest.

De rechtbank oordeelt dat er geen blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid is. Verweerder heeft zich gebaseerd op een medisch advies dat concludeert dat eiser vooral behoefte heeft aan planbare zorg. Eiser heeft psychische klachten en er zijn behandelmogelijkheden beschikbaar. De rechtbank stelt vast dat de zorgbehoefte van eiser niet zo ernstig is dat deze niet kan worden opgevangen door planbare zorg. Eiser heeft onvoldoende onderbouwd dat hij op onvoorziene momenten zorg nodig heeft. De rechtbank concludeert dat het bestreden besluit in stand kan blijven en verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/3342

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 maart 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. J. Berkouwer),
en

Centrum Indicatiestelling Zorg, verweerder

(gemachtigde: mr. L.M.R. Kater).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag van eiser om in aanmerking te komen voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).
1.2.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 20 april 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 22 februari 2024 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld.
1.3.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift. Eiser heeft nadere stukken ingediend.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 27 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, zijn [oma] , [maatschappelijk werkster] , de gemachtigde van eiser, en de gemachtigde van verweerder.

Totstandkoming van het bestreden besluit

2. Eiser is bekend met psychische klachten. Op 9 januari 2023 heeft eiser een aanvraag gedaan voor zorg op grond van de Wlz. Naar aanleiding van deze aanvraag heeft een onderzoek plaatsgevonden. Er is dossieronderzoek verricht, er is een huisbezoek afgelegd en er is advies uitgebracht door de medisch adviseur van verweerder. Na dit onderzoek heeft verweerder met het primaire besluit de aanvraag van eiser afgewezen.
3. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat er geen sprake is van een blijvende behoefte aan permanent toezicht en/of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Er is vooral een noodzaak voor planbare zorg. Daarnaast zijn er nog behandelmogelijkheden, waardoor de blijvendheid van de huidige beperkingen niet vast te stellen is.

Beoordeling door de rechtbank

4. De toepasselijke regels uit de Wlz zijn opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
5. Niet in geschil is dat bij eiser de grondslag psychische stoornis vastgesteld is en dat hij een zorgbehoefte heeft. De vastgestelde grondslag kan toegang geven tot Wlz-zorg indien aan de voorwaarden van artikel 3.2.1 van de Wlz is voldaan.
6. Eiser voert aan dat hij recht heeft op zorg op grond van de Wlz. Eiser kampt al langere tijd met zijn klachten en hierin is geen verbetering te zien. De diagnoses van eiser zijn permanent. Verweerder heeft onvoldoende onderbouwd waarom verbetering verwacht wordt. Daarnaast kan eiser zich niet vinden in het oordeel dat planbare zorg afdoende is. Eiser heeft agressieproblematiek en er bestaat een grote kans dat hij agressief wordt op momenten dat er geen toezicht is. Dit soort situaties zijn niet planbaar.
7. Verweerder heeft aan het bestreden besluit een medisch advies van 13 november 2023, aangevuld op 15 januari 2024, ten grondslag gelegd. De medisch adviseur komt in dit advies tot de conclusie dat eiser veel zorg nodig heeft gedurende de week en dag omdat hij geen woonvaardigheden heeft aangeleerd. Dit is allemaal planbare zorg en er is dus geen noodzaak tot 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Daarbij heeft er nog geen optimale behandeling plaatsgevonden om eiser om te leren gaan met zijn mogelijkheden en beperkingen. Dat eiser dit afhoudt is geen reden om te zeggen dat er geen behandeling mogelijk is. Verweerder stelt daarom dat er nog behandelmogelijkheden zijn, bijvoorbeeld om de prikkelverwerking te verbeteren. Hierdoor kan eiser weer ruimte krijgen voor ontwikkeling en het leren van vaardigheden, waarmee zijn zelfstandigheid verbeterd kan worden. De blijvendheid van eisers huidige beperkingen is niet vast te stellen.
8. Ter zitting is uitvoerig over de situatie van eiser gesproken met eiser zelf, met zijn [oma] en met de [maatschappelijk werkster] . Daarbij heeft eisers oma toegelicht dat zij hem driemaal daags zijn medicijnen moet brengen, hem zijn eten moet brengen omdat hij nooit honger heeft, voor hem wast en zijn kamer opruimt en hem naar de dagbesteding brengt. De maatschappelijk werkster heeft toegelicht dat begeleid wonen eiser volgens haar onderuit zal halen, maar dat hij niet buiten komt en dat het fijn zou zijn om een uurtje rust voor het gezin te creëren. Extra hulp is volgens haar gewenst voor een wandelingetje met eiser of iets anders leuks als hij mee kan, zodat vader en oma even kunnen ademhalen. Eisers oma heeft in dit verband verklaard dat zij zou willen dat eiser meer naar buiten zou kunnen gaan. Eiser heeft verklaard dat zijn oma hem inderdaad overal aan moet helpen herinneren en dat hij bijvoorbeeld zijn medicijnen voor zich kan zien liggen zonder ze op eigen initiatief in te nemen. Een paar keer per jaar komt het voor dat hij met vrienden een dag naar België gaat om bijvoorbeeld verlaten gebouwen te bezoeken en een paar biertjes te drinken, maar hij zet dan timers en zijn oma belt hem dan dat hij zijn medicijnen moet innemen.
Aan eiser zijn de brief ‘Afsluiten behandeling’ van 26 mei 2023 van Youz FACT Jeugd en Gezin ( [regiebehandelaar] en [medebehandelaar] ) en de telefoonnotitie van 22 december 2024 van een gesprek van een CIZ medewerker met genoemde [medebehandelaar] voorgehouden. Eiser is het niet eens met het uit de laatste notitie naar voren komende beeld dat hij wordt ondergestimuleerd en dat zijn oma hem te veel wil beschermen. Volgens hem en volgens zijn oma en de maatschappelijk werkster was [medebehandelaar] nauwelijks betrokken, zat hij te bellen in zijn auto en hadden zij maar korte ontmoetingen of kwam [medebehandelaar] niet opdagen. Juist voor iemand met autisme is het moeilijk om daarmee om te gaan. Eiser heeft verklaard: ‘ [medebehandelaar] heeft alles verpest en heeft de hele boel op slot gezet.’
In genoemde brief van 26 mei 2023 staat als reden van afsluiting vermeld: ‘Na een periode van wekelijkse afspraken heeft [eiser] aangegeven geen hulp meer te willen vanuit het FACT. Hij geeft aan dat hij geen klik ervaart met de hulpverlening. Iom oma zal het dossier gesloten worden.’ Eisers gemachtigde heeft naar voren gebracht dat bij eiser door zijn aandoeningen het geen kwestie is van niet willen, maar van niet kunnen. Toen eiser ter zitting werd voorgehouden dat het niet hebben van een klik en niet vertrouwen van [medebehandelaar] toch niet uitsluit dat hij met een andere begeleider wel een goed contact kan hebben, heeft eiser verklaard: ‘We hebben nog gevraagd om een andere behandelaar. Maar toen we aangaven dat er geen klik was met [medebehandelaar] , waren ze eigenlijk meteen weg. Er is niet gekeken voor een andere begeleider.’
9. De rechtbank oordeelt op grond van de gedingstukken en het besprokene ter zitting dat verweerder op zorgvuldige en toereikende wijze heeft gemotiveerd dat er geen blijvende noodzaak bestaat voor permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Verweerder heeft zich hierbij mogen baseren op het advies van de medisch adviseur omdat dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Hierbij is van belang dat de medisch adviseur dossierstudie heeft verricht en dat de beschikbare medische informatie is meegewogen. Daarnaast heeft de medisch adviseur het advies van 13 november 2023 aangevuld naar aanleiding van de hoorzitting van 19 december 2023 en de informatie verkregen van eisers behandelaar bij Youz FACT Jeugd en Gezin en eisers begeleider bij Zorg Andersom.
10. Eisers standpunt dat planbare zorg niet voldoende is omdat hij een hulpvraag heeft op onvoorziene momenten, is niet nader onderbouwd met medische stukken en volgt ook niet uit het besprokene ter zitting. Dat agressie van eiser op zijn kamer tot enkele beschadigingen van zijn kamerdeur heeft geleid, is in dit verband onvoldoende. Het besprokene ter zitting en met name de aan eiser door zijn oma verleende hulp wijst, integendeel, veeleer op de planbaarheid van de zorg. Verweerder heeft toegelicht dat daarvoor hulp vanuit de Zorgverzekeringswet en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 aangevraagd zou kunnen worden. Dit is door [oma] betwist, maar het al of niet toekennen van hulp op grond van de twee genoemde wetten en de daarbij geldende criteria staat thans niet ter beoordeling: wanneer [oma] daarvoor aanvragen indient die niet of volgens haar onvoldoende worden gehonoreerd, staat het haar vrij daartegen bezwaar en eventueel beroep bij de bestuursrechter in te stellen.
11. In wat eiser heeft aangevoerd en alles wat ter zitting is besproken, ziet de rechtbank evenmin reden om wat betreft de blijvendheid van de zorgbehoefte aan de juistheid van het medisch advies te twijfelen. Verschillende beschikbare verklaringen (van [medebehandelaar] , [persoon A] , de huisarts en de maatschappelijk werkster) geven geen eenduidig beeld en doen onvoldoende twijfel rijzen. De omstandigheid dat het voor eiser moeilijk kan zijn om aan een of meer nieuwe begeleiders te wennen is verder invoelbaar, maar betekent toch niet dat verweerder zich in redelijkheid niet op het standpunt mag stellen dat er nog behandelmogelijkheden zijn, waarbij is gewezen op het FACT team, op een coachingstraject en op bij het autismetrainingshuis, wellicht zelfs in de thuissituatie, aan te leren en in te slijten vaardigheden. Bovendien heeft eiser zelf verklaard dat bij het afsluiten van het eerdere traject bij het FACT team tevergeefs om een andere begeleider dan [medebehandelaar] is gevraagd.
12. Het voorgaande betekent dat het bestreden besluit in stand kan blijven.

Conclusie en gevolgen

13. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. dr. P.G.J. van den Berg, rechter, in aanwezigheid van
mr.T.T. Nguyen, griffier, en uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving

Op grond van artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz heeft een verzekerde recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
a. permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
b. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
In het tweede lid is bepaald dat in het eerste lid wordt verstaan onder:
a. blijvend: van niet voorbijgaande aard;
b. permanent toezicht: onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen;
c. ernstig nadeel voor de verzekerde: een situatie waarin de verzekerde:
1°. zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;
2°. zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;
3°. ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;
4°. ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt;
d. zelfzorg: de uitvoering van algemene dagelijkse levensverrichtingen waaronder de persoonlijke verzorging en hygiëne en, zo nodig, de verpleegkundige zorg;
e. regieproblemen: beperkingen in het vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties op het gebied van sociale redzaamheid, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen en oriëntatie.