ECLI:NL:RBROT:2025:3066

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
ROT 24/4070
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) door de Rechtbank Rotterdam

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Rotterdam het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De aanvraag werd door verweerder, Centrum Indicatiestelling Zorg, afgewezen met het besluit van 25 september 2023. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar verweerder bleef bij zijn standpunt in het bestreden besluit van 14 maart 2024. Eiser heeft beroep ingesteld, maar heeft zich afgemeld voor de zitting op 27 februari 2025, waar de gemachtigde van verweerder wel aanwezig was.

De rechtbank oordeelt dat er geen blijvende behoefte aan permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid is vastgesteld. Eiser heeft psychische problematiek, maar de rechtbank concludeert dat de huidige zorgbehoefte niet blijvend is. Verweerder heeft een medisch advies van 22 september 2023 ingediend, waaruit blijkt dat de blijvendheid van eisers stoornissen en beperkingen nog niet kan worden vastgesteld. De rechtbank vindt dat verweerder op zorgvuldige wijze heeft gemotiveerd dat er geen blijvende noodzaak bestaat voor de gevraagde zorg.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst erop dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. dr. P.G.J. van den Berg op 13 maart 2025, en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Zittingsplaats Rotterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/4070

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 maart 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. A.L. Kuit),
en

Centrum Indicatiestelling Zorg, verweerder

(gemachtigde: mr. L.M.R. Kater).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank beroep van eiser tegen de afwijzing van de aanvraag van eiser om in aanmerking te komen voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).
1.2.
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van 25 september 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 14 maart 2024 op het bezwaar van eiser is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
1.3.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 27 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van verweerder deelgenomen. Eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting.

Totstandkoming van het bestreden besluit

2. Eiser is bekend met psychische problematiek. Er is voor hem op 1 mei 2023 een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wlz. Met het primaire besluit heeft verweerder deze aanvraag afgewezen. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
3. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat bij eiser geen sprake is van een blijvende behoefte aan permanent toezicht en/of 24 uur per dag zorg in de nabijheid. Er is momenteel sprake van een noodzaak tot 24 uur per dag zorg in de nabijheid, naar er kan niet worden vastgesteld dat de huidige zorgbehoefte blijvend is. Er is nog al of niet medicamenteuze behandeling mogelijk, waardoor de huidige zorgvraag mogelijk kan afnemen. Eiser komt niet in aanmerking voor zorg op grond van de Wlz.

Beoordeling door de rechtbank

4. De toepasselijke regels uit de Wlz zijn opgenomen in de bijlage die deel uitmaakt van deze uitspraak.
5. Voor eiser is de grondslag psychische stoornis vastgesteld. Deze grondslag kan toegang geven tot Wlz-zorg indien aan de voorwaarden van artikel 3.2.1. van de Wlz is voldaan. Niet in geschil is dat er een noodzaak is tot 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Beoordeeld dient te worden of de zorgbehoefte die eiser heeft als blijvend te beschouwen is, dat wil zeggen van niet voorbijgaande aard.
6. Eiser stelt zich op het standpunt dat niet in redelijkheid kan worden geconcludeerd dat er op termijn een verbetering in zijn functioneren mogelijk is. Eiser heeft al jarenlang ernstige klachten en is juist door zijn aandoeningen onmachtig om een behandeling – anders dan medicamenteus – te ondergaan vanwege deze klachten. Dat er technisch gezien nog behandelmogelijkheden zijn, maakt niet dat sprake is van een reële kans op verbetering van eisers situatie.
7. Verweerder heeft aan het bestreden besluit een medisch advies van 22 september 2023 ten grondslag gelegd. De medisch adviseur komt in dit advies tot de conclusie dat de blijvendheid van eisers stoornissen en beperkingen nog niet kan worden vastgesteld, omdat de medicamenteuze behandeling nog moet worden geëvalueerd en er nog behandelmogelijkheden zijn die momenteel geweigerd worden. Behandeling is voorliggend.
8. De rechtbank oordeelt dat verweerder op zorgvuldige en toereikende wijze heeft gemotiveerd dat niet kan worden vastgesteld dat er een blijvende noodzaak bestaat voor permanent toezicht of 24 uur per dag zorg in de nabijheid om ernstig nadeel te voorkomen. Verweerder heeft zich hierbij mogen baseren op het advies van de medisch adviseur omdat dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen. Uit het medisch advies blijkt dat dossieronderzoek is verricht en aanvullende informatie is opgevraagd en verkregen van de begeleider van Antes Zorg op 15 september 2023. De medische voorgeschiedenis van eiser en de beschikbare medische informatie is bij het medisch advies meegewogen. Ook zijn vermogen om behandeling te ondergaan moet geacht worden daarin meegewogen te zijn.
9. Door eiser zijn geen medische stukken overgelegd op grond waarvan aan de juistheid van het medisch oordeel dat aan het bestreden besluit ten grondslag ligt, moet worden getwijfeld. De omstandigheid dat een of meerdere eerdere behandelingen vanwege de complexiteit van de problematiek niet zijn aangevangen, betekent niet dat een andere behandeling ook niet kan slagen en dit volgt ook niet uit het ingestelde bewind en mentorschap. Het feit dat onzeker is of een behandeling het gewenste effect gaat hebben, is onvoldoende om voor een Wlz-indicatie in aanmerking te komen.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. dr. P.G.J. van den Berg, rechter, in aanwezigheid van
mr.T.T. Nguyen, griffier, en uitgesproken in het openbaar op 13 maart 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving

Op grond van artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz heeft een verzekerde recht op zorg die op zijn behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden is afgestemd voor zover hij naar aard, inhoud en omvang en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening redelijkerwijs op die zorg is aangewezen omdat hij, vanwege een somatische of psychogeriatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, een blijvende behoefte heeft aan:
a. permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
b. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hem zelf te voorkomen,
1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
In het tweede lid is bepaald dat in het eerste lid wordt verstaan onder:
a. blijvend: van niet voorbijgaande aard;
b. permanent toezicht: onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende het gehele etmaal, waardoor tijdig kan worden ingegrepen;
c. ernstig nadeel voor de verzekerde: een situatie waarin de verzekerde:
1°. zich maatschappelijk te gronde richt of dreigt te richten;
2°. zichzelf in ernstige mate verwaarloost of dreigt te verwaarlozen;
3°. ernstig lichamelijk letsel oploopt of dreigt op te lopen dan wel zichzelf ernstig lichamelijk letsel toebrengt of dreigt toe te brengen;
4°. ernstig in zijn ontwikkeling wordt geschaad of dreigt te worden geschaad of dat zijn veiligheid ernstig wordt bedreigd, al dan niet doordat hij onder de invloed van een ander raakt;
d. zelfzorg: de uitvoering van algemene dagelijkse levensverrichtingen waaronder de persoonlijke verzorging en hygiëne en, zo nodig, de verpleegkundige zorg;
e. regieproblemen: beperkingen in het vermogen om een adequaat oordeel te vormen over dagelijks voorkomende situaties op het gebied van sociale redzaamheid, probleemgedrag, psychisch functioneren of geheugen en oriëntatie.