Op 3 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge uitspraak gedaan over een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1987 op Sint Maarten, die lijdt aan schizofrenie en een licht verstandelijke beperking. De officier van justitie had op 20 februari 2025 een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging, omdat de eerdere machtiging op 19 maart 2024 afloopt. Tijdens de mondelinge behandeling is vastgesteld dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn psychische stoornis, wat leidt tot een aanzienlijk risico op levensgevaar en andere ernstige gevolgen. Betrokkene is in het verleden opgenomen geweest vanwege agressief gedrag en zijn moeder kan de zorg niet langer op zich nemen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling te accepteren. De rechtbank heeft de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 3 maart 2026. De rechtbank heeft de overige door de officier verzochte vormen van zorg afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en schriftelijk uitgewerkt op 7 maart 2025.