ECLI:NL:RBROT:2025:3373

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 januari 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
11247069 CV EXPL 24-3584
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en consumentenkoop met gebreken aan gelegde vloer

In deze zaak heeft [eiseres] op 1 maart 2021 een overeenkomst gesloten met VLOEREN EXPERT GROEP B.V. (VEG) voor het leggen van een nieuwe vloer. De overeenkomst hield in dat VEG de oude vloer zou verwijderen, de ondervloer egaliseren en de nieuwe vloer zou leggen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd op 4 en 6 april 2022. Na enige tijd vertoonde de vloer echter scheuren, wat leidde tot een geschil. [Eiseres] vorderde een schadevergoeding van € 3.478,41, omdat zij genoodzaakt was een nieuwe vloer aan te schaffen. VEG betwistte de vordering en stelde voor de vloer te herstellen.

De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen. De rechter oordeelde dat VEG tekortgeschoten was in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat de vloer niet aan de overeengekomen kwaliteit voldeed. [Eiseres] had VEG op 12 mei 2023 in gebreke gesteld, maar VEG had niet binnen een redelijke termijn de gebreken verholpen. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] recht had op schadevergoeding in plaats van nakoming, en dat VEG de kosten van de nieuwe vloer moest vergoeden.

Daarnaast heeft de kantonrechter ook de kosten van een deskundige, incassokosten en proceskosten toegewezen aan [eiseres]. De totale schadevergoeding die VEG aan [eiseres] moet betalen, inclusief rente, bedraagt € 5.187,52. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiseres] het vonnis direct kan laten uitvoeren, ook als VEG in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11247069 CV EXPL 24-3584
datum uitspraak: 9 januari 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres],
woonplaats: Giessenburg,
eiseres,
gemachtigde: mr. B.L.J. Zending,
tegen
VLOEREN EXPERT GROEP B.V.,
vestigingsplaats: Zwijndrecht,
gedaagde,
vertegenwoordigd door: [persoon A] ,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres] ’ en ‘VEG’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 31 juli 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de akte van [eiseres] , met bijlagen;
  • het proces-verbaal van de zitting op 11 december 2024.

2.De beoordeling

Wat is de kern?
2.1.
[eiseres] heeft op 1 maart 2021 aan VEG opgedragen een vloer te leggen. Partijen hebben afgesproken dat VEG de oude vloer van [eiseres] verwijdert, de ondervloer egaliseert en vervolgens de nieuwe vloer levert en legt. Het leggen van de nieuwe vloer heeft plaatsgevonden op 4 en 6 april 2022. Enige tijd later is geconstateerd dat de vloer scheuren vertoont. [eiseres] eist nu dat VEG haar een schadevergoeding van € 3.478,41 betaald, met rente en kosten, omdat zij een nieuwe vloer heeft aan moeten schaffen. VEG is het hiermee niet eens en voert aan dat zij de vloer wil herstellen.
2.2.
De kantonrechter wijst de vordering toe. Hieronder wordt toegelicht hoe de kantonrechter tot dit oordeel is gekomen.
VEG is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomst en zij is in verzuim
2.3.
[eiseres] stelt dat VEG tekort is geschoten in de nakoming van koopovereenkomst, omdat er scheuren en hoogteverschillen in de vloer zijn ontstaan. Uit het ingebrachte deskundigenrapport rapport blijkt dat de vloer inderdaad niet goed is en VEG daardoor tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. [1] Dit heeft VEG niet betwist. Vast is komen te staan dat VEG tekort geschoten is in de nakoming van haar verplichtingen uit de koopovereenkomst.
2.4.
[eiseres] heeft VEG op 12 mei 2023 in gebreke gesteld, waarbij VEG de mogelijkheid is geboden om binnen vier weken de vloer te herstellen. [2] Zij voert aan dat zij is gestart met het herstel van de vloer, maar hiermee is gestopt vanwege de ontdekking van vocht en dit nader wilde onderzoeken voor weer verder te gaan met het herstel. Uit het deskundigenonderzoek is gebleken dat niet vocht, maar een te onvoldoende geëgaliseerde bouwvloer de oorzaak was van de vloer. VEG heeft de gebreken niet binnen een redelijke termijn na ingebrekestelling verholpen, dus zij is in verzuim.
VEG moet een schadevergoeding van € 3.478,41 betalen
2.5.
[eiseres] heeft vanaf augustus 2023 een gebrekkige vloer gehad. In haar mail van 29 december 2023 heeft zij aan VEG medegedeeld dat zij schadevergoeding in plaats van nakoming vordert. Na deze brief wilde VEG de vloer herstellen, maar zij had daar alle kans voor gehad. Omdat VEG in verzuim was, heeft [eiseres] recht op schadevergoeding in plaats van nakoming. [eiseres] heeft inmiddels een nieuwe vloer laten leggen en de kosten hiervan waren € 3.478,41. De kantonrechter oordeelt dat VEG de schadevergoeding van € 3.478,41 aan [eiseres] moet betalen.
VEG moet de expertisekosten van € 1.173,01 betalen
2.6.
[eiseres] heeft een deskundige ingeschakeld om onderzoek te laten doen naar de vloer. Zij eist dat VEG de kosten dit onderzoek vergoedt. VEG heeft niet betwist dat het onderzoek nodig was om de oorzaak van de scheve vloer vast te stellen. De kosten van het onderzoek zijn daarmee aan te merken als schade in de vorm van redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid (artikel 6:96 lid 2 sub b BW). VEG moet deze kosten ter hoogte van € 1.173,01 aan [eiseres] betalen.
VEG moet incassokosten van € 536,61 betalen
2.7.
De incassokosten van € 536,61 worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW).
VEG moet rente betalen
2.8.
De rente wordt toegewezen, omdat [eiseres] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en VEG dat niet heeft betwist.
``
VEG moet de proceskosten betalen
2.9.
De proceskosten komen voor rekening van VEG, omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die VEG aan [eiseres] moet betalen op € 140,17 aan dagvaardingskosten, € 248,00 aan griffierecht,
€ 847,5‬0 aan salaris voor de gemachtigde (2,5punten x € 339,00) en € 132,00 aan nakosten. Dat is in totaal € 1.367,67‬‬. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.10.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [eiseres] dat eist en VEG daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt VEG om aan [eiseres] te betalen € 5.187,52‬ met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 4.014,51‬ vanaf 7 september 2023 tot de dag dat volledig is betaald en over een bedrag van € 1.173,01 vanaf 1 januari 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt VEG in de proceskosten, die aan de kant van [eiseres] worden begroot op € 1.3767,67 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken.
64039

Voetnoten

1.Bijlage 10 bij dagvaarding.
2.Bijlage 8 bij dagvaarding.