In deze zaak heeft [eiseres] op 1 maart 2021 een overeenkomst gesloten met VLOEREN EXPERT GROEP B.V. (VEG) voor het leggen van een nieuwe vloer. De overeenkomst hield in dat VEG de oude vloer zou verwijderen, de ondervloer egaliseren en de nieuwe vloer zou leggen. De werkzaamheden zijn uitgevoerd op 4 en 6 april 2022. Na enige tijd vertoonde de vloer echter scheuren, wat leidde tot een geschil. [Eiseres] vorderde een schadevergoeding van € 3.478,41, omdat zij genoodzaakt was een nieuwe vloer aan te schaffen. VEG betwistte de vordering en stelde voor de vloer te herstellen.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiseres] toegewezen. De rechter oordeelde dat VEG tekortgeschoten was in de nakoming van de koopovereenkomst, omdat de vloer niet aan de overeengekomen kwaliteit voldeed. [Eiseres] had VEG op 12 mei 2023 in gebreke gesteld, maar VEG had niet binnen een redelijke termijn de gebreken verholpen. De kantonrechter oordeelde dat [eiseres] recht had op schadevergoeding in plaats van nakoming, en dat VEG de kosten van de nieuwe vloer moest vergoeden.
Daarnaast heeft de kantonrechter ook de kosten van een deskundige, incassokosten en proceskosten toegewezen aan [eiseres]. De totale schadevergoeding die VEG aan [eiseres] moet betalen, inclusief rente, bedraagt € 5.187,52. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat [eiseres] het vonnis direct kan laten uitvoeren, ook als VEG in hoger beroep gaat.