ECLI:NL:RBROT:2025:3395

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
11386275 CV EXPL 24-4943
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis in leaseovereenkomst tussen Hiltermann Lease B.V. en A.C. Schipper Holding B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft Hiltermann Lease B.V. een vordering ingesteld tegen A.C. Schipper Holding B.V. betreffende een leaseovereenkomst voor een bedrijfswagen. A.C. Schipper heeft de maandelijkse leasebetalingen niet voldaan, wat heeft geleid tot de ontbinding van de overeenkomst door Hiltermann. In de procedure eist Hiltermann dat de kantonrechter A.C. Schipper veroordeelt tot teruggave van de bedrijfswagen, betaling van de achterstand en schadevergoeding.

A.C. Schipper betwist de vordering en stelt dat de bedrijfswagen gebreken vertoonde. Er zouden afspraken zijn gemaakt met de leverancier van de bedrijfswagen en Hiltermann over de reparatiekosten en de teruggave van de wagen. De kantonrechter heeft besloten om de zaak op een zitting te bespreken, waarbij beide partijen de gelegenheid krijgen om hun standpunten toe te lichten. De zitting zal ook gericht zijn op het vinden van een gezamenlijke oplossing voor de geschillen.

De kantonrechter heeft de partijen verzocht om hun beschikbaarheid voor de komende maanden door te geven, zodat er een zitting kan worden gepland. De beslissing om verdere stappen te ondernemen is aangehouden tot na deze zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 11386275 CV EXPL 24-4943
datum uitspraak: 13 maart 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
HILTERMANN LEASE B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
eiseres,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s. Gerechtsdeurwaarders,
tegen
A.C. SCHIPPER HOLDING B.V.,
gevestigd te Puttershoek,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Hiltermann’ en ‘A.C. Schipper’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 30 oktober 2024, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de repliek.
1.2.
A.C. Schipper is in de gelegenheid gesteld om te reageren op de repliek, maar van die mogelijkheid heeft zij geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

Waar gaat de zaak over?
2.1.
A.C. Schipper heeft van Hiltermann een bedrijfswagen geleased. A.C. Schipper moest elke maand een leasebedrag aan Hiltermann betalen en heeft dat niet gedaan. Hiltermann heeft daarom de overeenkomst ontbonden. Zij eist in deze procedure dat de kantonrechter gedaagde veroordeelt de bedrijfswagen terug te geven, de achterstand te betalen en de schade van Hiltermann te vergoeden.
2.2.
A.C. Schipper is het niet eens met de eis en voert aan dat de bedrijfswagen gebreken vertoonde. Naar aanleiding hiervan zouden afspraken zijn gemaakt met de leverancier van de bedrijfswagen en Hiltermann over de kosten die zijn gemaakt voor de reparatie van de bedrijfswagen en over de teruggave van de bedrijfswagen.
Bespreking ter zitting
2.3.
De kantonrechter wil de zaak met de partijen bespreken op een zitting. In ieder geval zal het over de volgende onderwerpen gaan:
  • de door gedaagde gestelde problemen van de bedrijfswagen;
  • de door gedaagde gestelde afspraken met de leverancier en Hiltermann over de teruggave van de bedrijfswagen.
De partijen krijgen op de zitting de mogelijkheid om hun kant van het verhaal te vertellen. Ook stelt de kantonrechter vragen en onderzoekt of de partijen samen tot een oplossing kunnen komen.
2.4.
Bij het plannen van de zitting wil de rechtbank zoveel mogelijk rekening houden met de agenda van de partijen. Daarom wordt nu eerst aan de partijen gevraagd de kantonrechter te laten weten op welke ochtenden en/of middagen in de komende maanden zij niet naar een zitting kunnen komen. Ook wil de kantonrechter graag de e-mailadressen van de partijen ontvangen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
bepaalt dat de partijen uiterlijk op
maandag 31 maart 2025moeten laten weten op welke ochtenden/middagen in de maanden april, mei, juni, juli, augustus en september 2025 zij echt niet naar een zitting kunnen komen en hun e-mailadres moeten opgeven;
3.2.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C. Halk en in het openbaar uitgesproken.
64039