Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 november 2024, met bijlagen;
- het antwoord;
- het proces-verbaal van de zitting op 13 maart 2025.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 13 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen LACO ROTTERDAM B.V. en REPAIR MANAGEMENT NEDERLAND B.V. over een betalingsachterstand uit een koopovereenkomst. LACO, eiseres, heeft gesteld dat REPAIR MANAGEMENT nog een bedrag van € 20.000,00 open heeft staan voor geleverde goederen. De rechter heeft geoordeeld dat REPAIR MANAGEMENT dit bedrag moet betalen, waarbij de betaling in termijnen is toegestaan. De termijnen zijn vastgesteld op 14 maart, 21 maart, 28 maart en 4 april 2025, met de voorwaarde dat het gehele bedrag ineens opeisbaar is als één termijn niet tijdig wordt voldaan.
Daarnaast is REPAIR MANAGEMENT ook wettelijke handelsrente verschuldigd, die is vastgesteld op € 2.580,40, en incassokosten van € 975,00. De proceskosten zijn begroot op € 2.745,22, die ook voor rekening van REPAIR MANAGEMENT komen, omdat deze in het ongelijk is gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat LACO het vonnis onmiddellijk kan uitvoeren, zelfs als REPAIR MANAGEMENT in hoger beroep gaat.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat REPAIR MANAGEMENT wordt veroordeeld tot betaling van in totaal € 23.555,40 aan LACO, inclusief rente en kosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.C. Halk.