3.1.Vroonstaete vordert – na wijziging van eis – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, om SBP:
A. te veroordelen tot (al dan niet een voorschot op) (door)betaling van de managementfees van € 15.000 exclusief btw per maand aan Vroonstaete, vanaf 1 augustus 2024 tot het moment waarop de managementovereenkomst op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd, voor zover het gaat om achterstallige termijnen binnen drie werkdagen na het te dezen te wijzen vonnis en vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de vervaldatum van de betreffende facturen tot de dag der algehele voldoening, voor zover het niet achterstallige en toekomstige termijnen betreft binnen vijftien werkdagen na ontvangst van de factuur;
te verbieden de aan Vroonstaete toekomende management fees te boeken in, dan wel te verrekenen met het saldo van de rekeningcourant verhouding die bestaat tussen SBP en JRE, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;
subsidiair
te veroordelen tot betaling van een voorschot van € 900.000,- op schadevergoeding wegens onregelmatige dan wel onrechtmatige opzegging van de managementovereenkomst, dan wel een in goede justitie vast te stellen voorschot op schadevergoeding;
te verbieden de aan Vroonstaete toekomende vergoeding te boeken in, dan wel te verrekenen met het saldo van de rekening-courant verhouding die bestaat tussen SBP en JRE, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;
te veroordelen Vroonstaete binnen vijf werkdagen na dit vonnis weer in staat te stellen haar functie als commercieel directeur van SBP uit te oefenen, daaronder in ieder geval begrepen het geven van toegang aan Vroonstaete tot de digitale systemen van SBP en haar dochtervennootschappen, waaronder SalesForce, Bricsys 24/7, de Microsoft 365 omgeving, het programma ARPA’ en de dropbox van SB Projects, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom;
te veroordelen tot betaling aan Vroonstaete van een bedrag van € 1.075,00, bij wijze van vergoeding van de buitengerechtelijke kosten;
te veroordelen tot betaling aan Vroonstaete van de kosten van het geding, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het te dezen te wijzen vonnis, en - voor het geval voldoening van de kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.