5.3.De voorzieningenrechter houdt er bij de beoordeling van het spoedeisend belang in de eerste plaats rekening mee dat de NVWA in totaal ruim 43.000 producten bij verzoekster in beslag heeft genomen en van plan is om deze producten te vernietigen. Ook al is tussen partijen niet in geschil dat het door verzoekster genoemde bedrag van € 300.000,- de verkoopwaarde van deze producten is, vindt de voorzieningenrechter het aannemelijk dat het aantal in beslag genomen producten van aanmerkelijke invloed is op de bedrijfsvoering van verzoekster. Daarbij neemt de voorzieningenrechter ook in aanmerking dat ter zitting namens verzoekster is verklaard dat zij meerdere bedrijven heeft en dat het geld dat met het ene bedrijf wordt verdiend wordt gebruikt om activiteiten binnen andere bedrijven te financieren. Hoewel verzoekster hier geen bewijsstuk van heeft overlegd, vindt de voorzieningenrechter dit niet onaannemelijk. Onder deze omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoekster het spoedeisend belang voldoende aannemelijk heeft gemaakt.
6. De voorzieningenrechter beoordeelt bij de vraag of zij voorlopige voorzieningen zal treffen of de bezwaren een redelijke kans van slagen hebben. Dat kan een reden zijn om de bestreden besluiten te schorsen. Om te beoordelen of de bezwaren een redelijke kans van slagen hebben beantwoordt de voorzieningenrechter, aan de hand van de gronden van verzoekster, of de staatssecretaris zich terecht op het standpunt stelt dat verzoekster producten in de handel heeft gebracht die niet aan de wettelijke vereisten voldoen. Ook is van belang of de staatssecretaris wel bevoegd is de producten in beslag te nemen en te vernietigen.
7. Het smaakjesverbod is ingevoerd met het oog op het Nationaal Preventieakkoorden is sinds 1 januari 2023 van kracht. Het is verboden om aanverwante producten op de Nederlandse markt in de handel te brengen wanneer uit de verpakking blijkt dat er smaakstoffen in zitten die niet zijn toegestaan of wanneer de verpakking een aanduiding bevat die naar een smaak anders dan tabak verwijst. Dit verbod heeft tot doel om het gebruik van deze producten onder jongeren terug te dringen. Smaakstoffen maken de producten namelijk aantrekkelijker voor jongeren, wat kan leiden tot een verhoogd risico op verslaving aan nicotine.
De bevoegdheid tot inbeslagneming en vernietiging
8. De voorzieningenrechter stelt vast dat de staatssecretaris in deze zaken gebruik heeft gemaakt van bevoegdheden, die pas sinds 1 januari 2025 in de Trw zijn opgenomen. De bevoegdheid tot inbeslagneming is neergelegd in artikel 13e, eerste lid, van de Trw en de bevoegdheid tot vernietiging in het derde lid van dat artikel van de Trw. De bevoegdheid tot inbeslagneming en vernietiging kan worden ingezet bij nicotinehoudende vloeistof, niet-nicotinehoudende vloeistof, tabaksproducten en aanverwante producten die niet aan de gestelde eisen voldoen (artikel 3, eerste lid, van de Trw) en bij tabaksproducten voor oraal gebruik of nicotineproducten zonder tabak voor oraal gebruik (artikel 3a van de Trw).
Besluit van 13 februari 2025 met zaaknummer 202500319 ( [adres 1] in Rotterdam)
9. Tijdens de inspectie op 4 februari 2025 zijn producten aangetroffen die (onder meer) betreffen nicotineproducten zonder tabak voor oraal gebruik (hierna: nicotinezakjes), verpakkingseenheden en/of buitenverpakkingen van elektronische sigaretten en navulverpakkingen bevatten elementen of kenmerken die verwijzen naar een smaak, geur- of smaakstoffen of andere additieven, of het ontbreken daarvan (hierna: vapes en/of navulverpakkingen met smaakjes). Deze producten voldoen niet aan artikel 3a respectievelijk artikel 3, eerste lid, van de Trw. De staatssecretaris heeft het besluit genomen om verdere verhandeling van de partij te voorkomen. Het op de markt brengen van deze producten vormt een risico voor de Nederlandse volksgezondheid. Omdat niet gegarandeerd kan worden dat deze producten niet alsnog worden verhandeld op de Nederlandse markt, is het noodzakelijk om direct over te gaan tot inbeslagname. Het feit dat deze producten in grote hoeveelheden aanwezig waren in de onderneming van verzoekster maakt het aannemelijk dat de producten bestemd waren voor de verkoop aan consumenten in Nederland en niet bedoeld voor persoonlijk gebruik. Dit wordt verder ondersteund door het feit dat er bij de NVWA een melding is gedaan dat er vanuit [bedrijf 1] producten worden verhandeld die niet voldoen aan de Trw. Nu de partij in Nederland niet in de handel mag worden gebracht en teruggave dan ook niet mogelijk is zal de partij binnen twee weken na de inspectie worden vernietigd, aldus de staatssecretaris.
Nicotinezakjes voor oraal gebruik
10. Verzoekster voert aan dat zij ervan op de hoogte is dat de nicotinezakjes niet mogen worden verkocht op de Nederlandse markt. De nicotinezakjes die in het magazijn gevonden zijn, zijn echter retouren die verzoekster heeft teruggenomen van winkeliers. Dat was op verzoek van de NVWA bij een vorige controle. De nicotinezakjes lagen dus bij verzoekster om weer teruggestuurd te worden naar haar leverancier.