ECLI:NL:RBROT:2025:3790

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
24 maart 2025
Zaaknummer
ROT 24/6788
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaarschrift inzake verkeersbesluit tot aanwijzing van parkeerplaatsen voor elektrische voertuigen

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 26 maart 2025, wordt het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam behandeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een verkeersbesluit van 6 december 2023, waarin twee parkeerplaatsen werden aangewezen voor het opladen van elektrische voertuigen. Het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat de bezwaartermijn van zes weken, die begon op 14 december 2023, op 24 januari 2024 eindigde. Eiser diende zijn bezwaarschrift pas op 30 mei 2024 in, wat te laat is. De rechtbank concludeert dat het te laat indienen van het bezwaarschrift niet verontschuldigbaar is, aangezien eiser niet voldoende heeft onderbouwd waarom hij niet in staat was om tijdig kennis te nemen van het besluit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 24/6788

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 maart 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [plaatsnaam] , eiser

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, het college
(gemachtigde: mr. C.M. van der Vlies).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van 9 juli 2024.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk ongegrond is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Eiser heeft op 30 mei 2024 bezwaar gemaakt tegen een verkeersbesluit van 6 december 2023. Kort samengevat heeft het college in dat verkeersbesluit besloten om twee parkeerplaatsen aan [locatie] , aan te wijzen als parkeerplaatsen die als specifiek doel hebben het opladen van elektrische voertuigen.
2.1.
Het college heeft het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar niet tijdig is ingediend. De rechtbank komt tot het oordeel dat het bezwaar te laat is ingediend en dat het te laat indienen niet verschoonbaar is. Het college heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. Daarom is het beroep kennelijk ongegrond.
Is het bezwaarschrift te laat ingediend?
3. Voor het indienen van een bezwaarschrift geldt een termijn van zes weken. [1] Deze termijn begint op de dag na de dag waarop het besluit op de wettelijk voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. [2] De wettelijk voorgeschreven bekendmakingswijze was in dit geval publicatie van het besluit in het Gemeenteblad. [3]
3.1.
Het verkeersbesluit van 6 december 2023 is op 13 december 2023 in het Gemeenteblad gepubliceerd. De bezwaartermijn van zes weken is daarom op 14 december 2023 begonnen. Het indienen van een bezwaarschrift kon tot en met 24 januari 2024. Eiser heeft op 30 mei 2024 een bezwaarschrift ingediend.
3.2.
Het bezwaarschrift is te laat ingediend.
Is het te laat indienen verontschuldigbaar?
4. Als iemand een bezwaarschrift te laat indient, kan het bestuursorgaan het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren. Dat is anders als het niet tijdig indienen van het bezwaarschrift verontschuldigbaar is. Dan laat het bestuursorgaan niet-ontvankelijkverklaring op grond van die te late indiening achterwege. [4]
4.1.
Eiser heeft voor het te laat indienen van zijn bezwaarschrift als reden aangevoerd dat in het verkeersbesluit ‘ [adres 1] ’ wordt vermeld, terwijl eiser zelf enkel gebruik heeft gemaakt van de zoekterm ' [adres 2] '. Deze omstandigheid en de opmerking in beroep van eiser dat de laadpaal minimaal 12 meter verwijderd is van [huisnummer] maken het te laat indienen van het bezwaarschrift niet verontschuldigbaar. Ook valt niet in te zien waarom eiser als gevolg van de door hem voor het eerst in beroep genoemde medische omstandigheden niet in staat is geweest om het bezwaar op tijd in te dienen. Eiser heeft deze stelling niet nader toegelicht en ook niet onderbouwd met (medische) stukken.
Er is dus niet gebleken van iets dat eiser heeft verhinderd om tijdig kennis te kunnen nemen van het verkeersbesluit en om tijdig een bezwaarschrift in te dienen.

Conclusie en gevolgen

5. Het bezwaar is terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is daarom ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Zoethout, rechter, in aanwezigheid van mr. H.A. Reinders, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit volgt uit artikel 6:7 van de Awb.
2.Dit volgt uit artikel 6:8, eerste lid, van de Awb.
3.Dit volgt uit artikel 3:42 van de Awb en artikel 6 van de Bekendmakingswet.
4.Dit volgt uit artikel 6:11 van de Awb.