In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 januari 2025 een beschikking gegeven over de vernietiging van de erkenning van een minderjarige, [minderjarige], geboren op [geboortedatum 1] 2009 te [geboorteplaats 1]. De bijzondere curator, [naam 1], heeft het verzoek tot vernietiging van de erkenning overgenomen, omdat de man, [naam man], niet de biologische vader van [minderjarige] is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man op 25 oktober 2010 de erkenning heeft gedaan, maar dat hij sinds de ontbinding van zijn huwelijk met de vrouw op 12 november 2020 geen rol meer speelt in het leven van [minderjarige]. De bijzondere curator heeft in haar verslag en tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat het in het belang van [minderjarige] is om de erkenning te vernietigen, omdat hij duidelijk heeft gemaakt dat hij geen contact meer wil met de man en dat dit bijdraagt aan zijn identiteitsvorming. De vrouw heeft ingestemd met het verzoek van de bijzondere curator. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vernietiging van de erkenning in het belang van [minderjarige] is, omdat het belangrijk is voor zijn ontwikkeling en identiteitsvorming om te weten van wie hij afstamt. De rechtbank heeft het verzoek tot vernietiging van de erkenning toegewezen en bepaald dat de kosten door elke partij zelf gedragen worden.