Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 22 juli 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de akte van Woonstad, met bijlagen;
- de akte van [gedaagde] , met bijlage.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 maart 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonstad Rotterdam en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. Woonstad heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning geëist, omdat de huurder zich niet als een goed huurder heeft gedragen. Dit zou blijken uit het veroorzaken van (geluids)overlast en het gebruik van de woning voor de handel in en het gebruik van verdovende middelen. De huurder heeft de beschuldigingen betwist, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de tekortkomingen ernstig genoeg zijn om de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een handelshoeveelheid drugs in de woning is aangetroffen en dat er herhaaldelijk overlast is veroorzaakt, ondanks eerdere afspraken met de huurder. De kantonrechter heeft de vorderingen van Woonstad toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en de huurder veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen veertien dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de huurder veroordeeld tot betaling van incassokosten en proceskosten aan Woonstad. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.