ECLI:NL:RBROT:2025:4003

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
C/10/690864 / HA RK 24-1126
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van een overledene op verzoek van een schuldeiser

Op 14 februari 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van Watersportvereniging Oosterland, die verzocht om de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van een overledene. Het verzoek is ingediend op 11 december 2024, waarbij de verzoekster, een schuldeiser van de nalatenschap, aanvoert dat de nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfgenamen, waaronder [persoon 1] en de wettelijk vertegenwoordigers van [persoon 2], [persoon 3], [persoon 4] en [persoon 5], geen verweer hebben gevoerd tegen het verzoek. De rechtbank heeft besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen, omdat de verzoekster heeft afgezien van het recht op een mondelinge behandeling.

De rechtbank heeft de voorwaarden voor de benoeming van een vereffenaar beoordeeld en vastgesteld dat de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en dat de erfgenamen de nalatenschap geheel of ten dele onbeheerd laten. De verzoekster heeft een belang bij de benoeming van een vereffenaar, omdat zij een vordering heeft op de nalatenschap en verplichtingen heeft ten aanzien van de verwijdering van de woonark van de overledene. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen en [persoon 7] benoemd tot vereffenaar. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de benoeming moet bekend worden gemaakt in de Staatscourant. De rechtbank heeft ook een verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat er in dit geval geen grond voor is.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/690864 / HA RK 24-1126
Beschikking van 14 februari 2025
in de zaak van
Watersportvereniging Oosterland,
vestigingsplaats: Brielle,
verzoekster,
advocaat mr. L.H. Steehouwer-Mollema te ‘s-Hertogenbosch.
Belanghebbenden:
1. [persoon 1],
woonplaats: Rotterdam,
2. de wettelijk vertegenwoordigers van [persoon 2], [persoon 3], [persoon 4] en [persoon 5],
woonplaats: Zoetermeer.

1.Het procesverloop

1.1.
Op 11 december 2024 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift van verzoekster om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a of b BW, met producties.
1.2.
De griffier heeft bij aangetekende brieven van 3 januari 2025 aan belanghebbenden gevraagd of zij verweer willen voeren tegen het ingekomen verzoekschrift. Belanghebbenden hebben niet gereageerd.
1.3.
Omdat belanghebbenden niet hebben aangegeven verweer te willen voeren en verzoekster heeft afgezien van het recht op een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoekster vraagt een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van [persoon 6] (hierna: de overledene), die op [datum] is overleden in [plaatsnaam 1]. De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.
2.2.
De rechtbank kan, als een nalatenschap niet onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard door een erfgenaam, op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie een vereffenaar benoemen, wanneer er geen erfgenamen zijn, wanneer het niet bekend is of er erfgenamen zijn, of wanneer de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn haar geheel of ten dele onbeheerd laten (artikel 4:204 lid 1 onder a BW).
2.3.
Volgens het boedelregister is de nalatenschap van de overledene niet onder voorrecht van boedelbeschrijving aanvaard. Ook aan de andere voorwaarden om een vereffenaar te benoemen is voldaan, want verzoekster is belanghebbende en de nalatenschap wordt niet door een executeur beheerd en de erfgenamen die bekend zijn laten haar geheel of ten dele onbeheerd. Dit wordt hierna toegelicht.
2.4.
Verzoekster is belanghebbende bij het verzoek, omdat zij schuldeiser is van de nalatenschap. Verzoekster beheert namelijk een jachthaven. De overledene had een ark in deze jachthaven liggen en was lid van de watersportvereniging. De overledene is liggeld verschuldigd en deze vordering bedraagt thans € 2.012,50. Daarnaast is tussen verzoekster en de overledene op 8 december 2014 een overeenkomst gesloten. Op grond hiervan moet de woonark, vanwege het overlijden van de overledene, worden verwijderd door de erfgenamen van de overledene. Verzoekster heeft hiervoor een bedrag gereserveerd van € 4.250,-. Verzoekster is richting het Recreatieschap Voorne Putten Rozenburg verplicht om de woonark te verwijderen. Verzoekster kan niet bij het gereserveerde bedrag voor de verwijdering. De kosten van afvoer alleen bedragen € 9.000,- en voor het vernietigen van de woonark nog eens € 15.000,- à € 20.000,-. Gelet op het voorgaande kan verzoekster als belanghebbende worden aangemerkt.
2.5.
Aan de andere voorwaarde om een vereffenaar te benoemen is ook voldaan, want de nalatenschap wordt niet door een executeur beheerd en de erfgenamen die bekend zijn, laten de nalatenschap geheel of ten dele onbeheerd. De overledene heeft niet bij testament over zijn nalatenschap beschikt, zodat er geen executeur is en op grond van de wet beoordeeld moet worden wie zijn erfgenamen zijn. De bekende erfgenamen zijn [persoon 1] (belanghebbende sub 1, kleinzoon) en [persoon 2], [persoon 3], [persoon 4] en [persoon 5] (belanghebbende sub 2, achterkleinkinderen), want zij hebben geen keuze gemaakt omtrent de aanvaarding van de nalatenschap. De andere erfgenamen, namelijk de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen van de overledene, hebben de nalatenschap van de overledene verworpen volgens het boedelregister. Het is niet gebleken dat belanghebbenden de nalatenschap beheren, zodat is voldaan aan de voorwaarde dat de nalatenschap niet door een executeur wordt beheerd en de erfgenamen die bekend zijn de nalatenschap geheel of ten dele onbeheerd laten.
2.6.
Verzoekster heeft ook voldoende toegelicht dat zij er een belang bij heeft als een vereffenaar wordt benoemd, omdat de nalatenschap op dit moment niet beheerd wordt, terwijl de woonark op grond van de verplichtingen die verzoekster heeft richting het Recreatieschap Voorne Putten Rozenburg verwijderd moet worden en verzoekster medewerking van de erfgenamen hiervoor nodig heeft. Ook heeft verzoekster een vordering op de nalatenschap ten aanzien van nog verschuldigd liggeld. Er is dus een belang om een vereffenaar te benoemen die tot taak heeft om de nalatenschap te beheren en voor zover mogelijk de schulden van een nalatenschap te voldoen.
2.7.
Het verzoek is gelet op het voorgaande voor toewijzing vatbaar. Op grond van artikel 4:206 lid 1 BW moet de rechtbank echter, voor zover zij bestaan en bekend zijn, de erfgenamen van de overledene, de executeur en de boedelnotaris horen voordat zij beslist op het verzoek om een vereffenaar te benoemen. De rechtbank heeft daarom bij brieven van 3 januari 2025 aan belanghebbenden gevraagd of zij verweer willen voeren en in deze brieven vermeld dat de zaak schriftelijk zal worden afgedaan als belanghebbenden niet reageren. Belanghebbenden hebben niet gereageerd, zodat de rechtbank ervan uitgaat dat zij geen verweer willen voeren. Gelet hierop en omdat verzoekster heeft afgezien van het recht op een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.
2.8.
Het verzoek wordt gelet op het voorgaande toegewezen op grond van artikel 4:204 lid 1 onder a BW. Hierdoor wordt niet meer toegekomen aan de beoordeling van artikel 4:204 lid 1 onder b BW. De rechtbank heeft [persoon 7] bereid gevonden tot vereffenaar benoemd te worden. De vereffenaar moet de benoeming zelf bekend maken in de Staatscourant.
2.9.
Verzoekster vraagt een proceskostenveroordeling kosten rechtens. De rechtbank ziet geen grond voor een proceskostenveroordeling, omdat in het geval van een eenzijdig verzoek, waarbij belanghebbenden gehoord kunnen worden, in beginsel geen plaats is voor een kostenveroordeling. Dit wordt daarom afgewezen.
2.10.
De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt
[persoon 7](kantoorhoudende bij Boiten Erfrecht Advocatuur, [adres]) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[persoon 6],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1948,
laatstelijk wonende in [plaatsnaam 2],
overleden op [datum] in [plaatsnaam 1],
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming;
3.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2025.
3120