ECLI:NL:RBROT:2025:4008

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 maart 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
C/10/694640 / HA RK 25-154
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in een nalatenschap op verzoek van een schuldeiser

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2025 uitspraak gedaan over de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van een overledene, op verzoek van ABN AMRO BANK N.V. De rechtbank ontving op 19 februari 2025 een verzoekschrift van de bank om mr. I.P.M. Schreven als vereffenaar te benoemen, op basis van artikel 4:203 lid 1 onder b BW. Belanghebbenden, de kinderen van de overledene, hebben ingestemd met het verzoek, waardoor de rechtbank besloot om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen. De overledene was niet getrouwd en had geen geregistreerde partner, waardoor zijn kinderen de erfgenamen zijn. De nalatenschap is beneficiair aanvaard door de kinderen, wat betekent dat de schulden niet de baten mogen overtreffen. De rechtbank concludeert dat de kinderen tekortschieten in hun verplichtingen, aangezien de hypothecaire lening van de overledene niet is voldaan en er betalingsachterstanden zijn. De rechtbank wijst het verzoek van de bank toe en benoemt mr. I.P.M. Schreven tot vereffenaar, die zich bereid heeft verklaard deze taak op zich te nemen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de benoeming moet bekendgemaakt worden in de Staatscourant. De rechtbank wijst ook het verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat er in dit geval geen grond voor is.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/694640 / HA RK 25-154
Beschikking van 6 maart 2025
in de zaak van
ABN AMRO BANK N.V.,
vestigingsplaats: Amsterdam,
verzoekster,
advocaat mr. J. van der Wende te Rosmalen.
Belanghebbenden:
1. [belanghebbende 1],
woonplaats: [woonplaats 1] .
2. [belanghebbende 2],
woonplaats: [woonplaats 2] .

1.Het procesverloop

1.1.
Op 19 februari 2025 is bij de rechtbank ingekomen het verzoekschrift van verzoekster om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:203 lid 1 onder b BW, met producties.
1.2.
Omdat belanghebbenden instemmen met het verzoek en verzoekster geen aanspraak maakt op een mondelinge behandeling, heeft de rechtbank besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2.De beoordeling

2.1.
Verzoekster vraagt om mr. I.P.M. Schreven tot vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van de heer [naam overledene] (hierna: de overledene), die op [overlijdensdatum] is overleden in Rotterdam. De rechtbank wijst het verzoek toe. Hierna wordt toegelicht hoe tot dit oordeel is gekomen.
2.2.
De rechtbank kan als een nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving is aanvaard (de zogenoemde beneficiaire aanvaarding) een vereffenaar benoemen op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie, wanneer hij die met het beheer van de nalatenschap is belast in ernstige mate in de vervulling van zijn verplichtingen tekortschiet, daartoe ongeschikt is of niet voldoet aan een last tot zekerheidsstelling, wanneer de schulden van de nalatenschap de baten lijken te overtreffen, of wanneer tot een verdeling van de nalatenschap wordt overgegaan voordat deze vereffend is.
2.3.
Aan de eerste voorwaarde is voldaan, want de nalatenschap is beneficiair aanvaard door de kinderen van de overledene. De overledene heeft weliswaar in een notariële samenlevingsovereenkomst van 18 oktober 2021 een making des doods laten opstellen ten behoeve van mevrouw [persoon A] (hierna: [persoon A] ), maar deze making sorteert geen effect omdat de samenlevingsovereenkomst tussen de overledene en [persoon A] is ontbonden voor het overlijden van de overledene. Dit betekent dat op grond van de wet beoordeeld moet worden wie de erfgenamen van de overledene zijn. Dit zijn volgens artikel 4:10 lid 1 onder a BW de echtgenoot/geregistreerd partner en de kinderen van de overledene. De overledene was toen hij overleed niet getrouwd of geregistreerd als partner, zodat de kinderen van de overledene zijn erfgenamen zijn. Belanghebbenden zijn de kinderen van erflater en zij hebben de nalatenschap op 27 en 28 januari 2025 beneficiair aanvaard, zodat aan de eerste voorwaarde is voldaan.
2.4.
Aan de voorwaarde dat het verzoek door een belanghebbende is ingediend is ook voldaan. Verzoekster is schuldeiser van de nalatenschap van de overledene. Verzoekster heeft namelijk met de overledene een overeenkomst van hypothecaire geldlening gesloten ten behoeve van de woning gelegen aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning). Door het overlijden van de overledene is de hoofdsom van de hypothecaire lening met de rente opeisbaar geworden. De totale vordering van verzoekster bedraagt € 189.367,88. Omdat verzoekster schuldeiser is, kan zij als belanghebbende worden aangemerkt.
2.5.
Voorts is voldaan aan de voorwaarde dat degenen die met het beheer van de nalatenschap belast zijn in de vervulling van hun verplichtingen tekortschieten. Belanghebbenden zijn belast met het beheer van de nalatenschap. Door de beneficiaire aanvaarding moeten zij namelijk de nalatenschap van de overledene vereffenen. Niet gebleken is echter dat zij daartoe zijn overgegaan, want de schuld die de overledene aan verzoekster heeft is niet voldaan. Er is voorts een betalingsachterstand ontstaan in de hypotheekbetalingen. Daaruit volgt voldoende dat de belanghebbenden in ernstige mate tekort schieten in de vervulling van hun verplichtingen.
2.6.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan alle voorwaarden van artikel 4:203 lid 1 onder b BW om een vereffenaar te benoemen. Verzoekster heeft ook voldoende toegelicht dat zij belang heeft bij het benoemen van een vereffenaar. Het gevaar bestaat immers dat haar vordering niet volledig wordt voldaan. Een vereffenaar heeft tot taak om voor zover mogelijk de schulden van een nalatenschap te voldoen. Verzoekster kan daarnaast ook een veilingtraject starten als een vereffenaar benoemd is.
2.7.
Het verzoek is gelet op het voorgaande voor toewijzing vatbaar. Op grond van artikel 4:206 lid 1 BW moet de rechtbank echter, voor zover zij bestaan en bekend zijn, de erfgenamen van de overledene, de executeur en de boedelnotaris horen voordat zij beslist op het verzoek om een vereffenaar te benoemen. De rechtbank heeft in dit geval ervan afgezien om belanghebbende te horen, omdat verzoekster verklaringen van belanghebbenden heeft overgelegd waaruit volgt dat zij instemmen met het verzoek om een vereffenaar te benoemen.
2.8.
Het verzoek wordt gelet op het voorgaande toegewezen. De rechtbank benoemt de door verzoekster voorgestelde vereffenaar, mr. I.P.M. Schreven, tot vereffenaar, die zich daartoe ook bereid heeft verklaard. De vereffenaar moet de benoeming zelf bekend maken in de Staatscourant.
2.9.
Verzoekster vraagt een proceskostenveroordeling kosten rechtens. De rechtbank ziet geen grond voor een proceskostenveroordeling, omdat in het geval van een eenzijdig verzoek, waarbij belanghebbenden gehoord kunnen worden, in beginsel geen plaats is voor een kostenveroordeling. Dit wordt daarom afgewezen.
2.10.
De benoeming van de vereffenaar wordt, zoals verzocht, uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 288 Rv).

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
benoemt
mr. Irene Petronella Maria Schreven(kantoorhoudende bij Domini Advocaten B.V. aan de Edelweisstraat 5 te Rosmalen (postadres: Postbus 255, 5240 AG in Rosmalen) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[naam overledene],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
laatstelijk wonende in [plaats] ,
overleden op [overlijdensdatum] in Rotterdam,
3.2.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.3.
draagt de vereffenaar op de benoeming bekend te maken in de Staatscourant;
3.4.
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
3.5.
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming;
3.6.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Steenderen-Koornneef en in het openbaar uitgesproken op 6 maart 2025.
3120