In deze zaak, die op 28 maart 2025 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben drie studenten (eiseressen) een kort geding aangespannen tegen VDS Beheer B.V. (gedaagde) over de huur van een studentenwoning. De eiseressen stellen dat zij recht hebben op een coöptatierecht, wat inhoudt dat zij nieuwe huurders mogen voordragen voor de woning die zij huren. VDS heeft echter aangekondigd dat er nieuwe mannelijke huurders zullen worden toegevoegd, zonder dat deze door de eiseressen zijn voorgedragen. De eiseressen vorderen dat de kantonrechter VDS gebiedt het coöptatierecht te respecteren en hen het rustig huurgenot te verschaffen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er voldoende aanwijzingen zijn dat er sprake is van een bestendige coöptatiepraktijk en dat de eiseressen spoedeisend belang hebben bij hun vorderingen. De kantonrechter heeft de vorderingen van de eiseressen deels toegewezen, waarbij VDS is geboden het coöptatierecht te eerbiedigen en is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.