Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, dat op 11 november 2024 op de griffie is ontvangen;
- de e-mail van [verzoeker] van 18 februari 2025, met één aanvullende productie;
- de spreekaantekeningen van Redco.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 maart 2025 uitspraak gedaan in een deelgeschilprocedure tussen [verzoeker] en Redco Build & Trade B.V. [verzoeker] stelt dat hij op 12 februari 2021 tijdens zijn werkzaamheden als kabeltrekker bij Redco een arbeidsongeval heeft gehad, waardoor hij letsel aan zijn linker schouder en sleutelbeen heeft opgelopen. Hij verzoekt de rechter om te verklaren dat Redco aansprakelijk is voor de schade die hij heeft geleden als gevolg van dit ongeval en om vergoeding van de kosten van het deelgeschil.
Redco betwist echter dat het ongeval heeft plaatsgevonden en verwijst naar verklaringen van oud-collega's van [verzoeker] die tijdens een voorlopig getuigenverhoor zijn afgelegd. De kantonrechter oordeelt dat [verzoeker] niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat het ongeval daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De enige steun voor zijn stelling komt van zijn eigen verklaring, terwijl de getuigenverklaringen van zijn collega's het tegendeel bevestigen. Bovendien zijn de medische stukken die [verzoeker] heeft overgelegd niet voldoende om de stelling van het ongeval te onderbouwen.
De kantonrechter concludeert dat er geen bewijs is dat het arbeidsongeval heeft plaatsgevonden en wijst de verzoeken van [verzoeker] af. Tevens wordt vastgesteld dat de kosten van de deelgeschilprocedure niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat het verzoek als onnodig is aangemerkt. De beslissing van de kantonrechter is openbaar uitgesproken en de zaak is afgesloten zonder dat er een aansprakelijkheid van Redco is vastgesteld.