In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 11 maart 2025, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2020, behandeld. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, die betrokken is bij de zorg voor de minderjarige. De moeder en vader van de minderjarige zijn belast met het ouderlijk gezag, maar de minderjarige woont bij de moeder. De kinderrechter heeft de procedure op 11 maart 2025 gevoerd, waarbij de moeder, bijgestaan door haar advocaat, en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De vader was niet verschenen, ondanks een oproep, maar had wel verzocht om telefonisch deel te nemen aan de zitting. De kinderrechter heeft geprobeerd contact met de vader op te nemen, maar zonder succes.
De GI heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor zes maanden, omdat de ontwikkeling van de minderjarige zorgelijk blijft. Er is een begeleide omgangsregeling met de vader, maar deze is instabiel geweest. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er een loyaliteitsconflict lijkt te zijn tussen de ouders, wat schadelijk is voor de ontwikkeling van de minderjarige. De kinderrechter oordeelt dat de noodzaak voor ondertoezichtstelling nog aanwezig is en dat er goede afspraken moeten worden gemaakt over de communicatie tussen de ouders en de omgangsregeling.
De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 27 oktober 2025 en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De beschikking is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 28 maart 2025.