ECLI:NL:RBROT:2025:4119

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 april 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
C/10/688913 / HA RK 24-1044
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopig deskundigenbericht voor geluidsonderzoek naar vloer van bovenburen afgewezen

In deze zaak heeft verzoeker, wonende in een appartement onder dat van verweerders, een verzoek ingediend voor een voorlopig deskundigenbericht met betrekking tot geluidsoverlast. Verzoeker heeft al vier geluidsonderzoeken laten uitvoeren, waaruit blijkt dat de vloer van verweerders in bijna alle ruimtes voldoet aan de geluidsnormen, met uitzondering van de slaapkamer. Verweerders hebben na het derde onderzoek aanpassingen aan de vloer gedaan, maar verzoeker blijft geluidsoverlast ervaren en vraagt om een nieuw onderzoek. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen, omdat verzoeker al voldoende objectieve onderbouwing heeft voor zijn stelling van geluidsoverlast. De rechtbank oordeelt dat het verzoek niet ter zake dienend is, gezien de eerdere onderzoeken en aanpassingen die zijn gedaan. Tevens is verzoeker veroordeeld in de proceskosten van verweerders, die zijn begroot op € 1.737,00. De beschikking is gegeven op 1 april 2025.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/688913 / HA RK 24-1044
Beschikking van 1 april 2025
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te Rotterdam,
verzoeker,
advocaat mr. P. Hamer te Zwijndrecht
tegen

1.[verweerder 1],

2.
[verweerder 2],
wonende te Rotterdam,
verweerders,
advocaat mr. R.F. van Galen te Alphen aan den Rijn.
Partijen worden hierna genoemd [verzoeker] en [verweerders].

1.De kern van het geschil

1.1.
[verzoeker] woont in een appartement dat is gelegen onder een appartement van [verweerders] [verzoeker] ervaart geluidsoverlast. In overleg met elkaar en de VvE zijn al vier geluidsonderzoeken uitgevoerd. [verweerders] hebben meerdere aanpassingen aan de vloer gedaan. Uit het laatste onderzoek blijkt dat de vloer in bijna alle ruimtes voldoet aan de daaraan gestelde geluidsnormen. [verweerders] hebben de kamervloer die niet voldeed nogmaals aangepast. De VvE heeft daarna bevestigd dat alle vloeren van [verweerders] voldoen. [verzoeker] heeft bedenkingen over de laatste aanpassingen en over de juistheid van het laatste onderzoek. [verweerders] willen geen geluidsonderzoeken meer in hun appartement. [verzoeker] ervaart nog steeds geluidsoverlast en verzoekt daarom een voorlopig deskundigenbericht voor een nieuw geluidsonderzoek naar de vloeren van [verweerders] voeren verweer. Het verzoek wordt afgewezen. Hieronder wordt dat toegelicht.

2.Het procesverloop

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift ingekomen op 20 november 2024, met producties 1 tot en met 12;
  • het verweerschrift van 10 februari 2025, met producties 1 tot en met 19;
  • de mondelinge behandeling van 18 februari 2025, waarvan zittingsaantekeningen zijn gemaakt.

3.De feiten

3.1.
[verzoeker] woont in een appartement dat is gelegen onder een appartement van [verweerders] verhuren het bovengelegen appartement. [verzoeker] ervaart geluidsoverlast.
3.2.
Het splitsingsreglement en het huishoudelijk reglement bepaalt, voor zover relevant, dat (half)harde vloeren niet zijn toegelaten, tenzij die op een geluidsisolerende ondervloer worden gelegd en de vloerbedekking met isolerende onderlaag en betonvloer minimaal een effectieve isolatie-index voor contactgeluid heeft van Ico+ 10 dB, een en ander op basis van de NEN5077-norm.
3.3.
In overleg met [verweerders] en de VvE zijn er al vier geluidsonderzoeken verricht in het appartement van [verweerders] De eerste drie zijn op voorstel van [verzoeker] door Sound and Stage uitgevoerd.
3.4.
[verweerders] hebben, steeds na de (eerste drie) geluidsonderzoeken de vloer van hun appartement aangepast. Na het derde geluidsonderzoek hebben zij een pvc-vloer gelegd, met een daarin geïntegreerde isolerende ondervloer.
3.5.
Het vierde onderzoek is uitgevoerd door geluidsmetingen.com. Dit is het eerste onderzoek gedaan op basis van de NEN5077-norm, waarbij ook is aangesloten bij de NEN1070-norm met isolatiewaarden voor contactgeluid bij woningen en woongebouwen. Volgens de geluidsmetingen.com bepaalt de NEN1070-norm dat 49 dB de maximaal toegelaten geluidssterkte is. Bij dit vierde onderzoek meet geluidsmetingen.com in de hal 41 dB, in slaapkamer 1 52 dB, en in de woonkamer en in slaapkamer 2 49 dB. Daaruit wordt de conclusie getrokken dat alleen de vloer in slaapkamer 1 niet voldoet.
3.6.
[verweerders] hebben vervolgens in slaapkamer 1 een vinylvloer op de pvc-vloer gelegd. De VvE heeft aan [verweerders] medegedeeld dat de vloer in hun appartement daarmee voldoet aan de eisen in het splitsingsreglement en het huishoudelijk reglement.

4.Het verzoek

4.1.
[verzoeker] verzoekt de rechtbank een voorlopig deskundigenbericht te gelasten om met een geluidsonderzoek vast te stellen of de vloer van [verweerders] aan de daaraan in het splitsingsreglement en huishoudelijk reglement gestelde eisen voldoet. Hij ervaart namelijk nog steeds geluidsoverlast.
4.2.
Hieraan legt [verzoeker], kort gezegd, ten grondslag dat de vloer van [verweerders] niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen omdat er geen separate ondervloer is en ook geen sprake is van minimaal 10 dB demping. De geluidsoverlast is in slaapkamer 1 vergroot omdat de vinylvloer direct op de pvc-vloer is aangebracht. De vinylvloer moet worden aangemerkt als een (half)harde vloer, en twee (half)harde vloeren direct op elkaar versterken de geluidsoverlast. Daarnaast heeft geluidsmetingen.com de NEN1070-norm niet goed toegepast. De maximaal toegelaten geluidssterkte is volgens [verzoeker] 48 dB. [verzoeker] heeft daarom zijn twijfels over de onderzoeksresultaten van het vierde geluidsonderzoek. [verzoeker] wil hierover zekerheid krijgen middels het verzochte deskundigenbericht.
4.3.
[verweerders] voeren verweer en concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring van [verzoeker] in zijn verzoek dan wel afwijzing daarvan, met veroordeling van [verzoeker] in primair de werkelijke proceskosten en subsidiair de gewone proceskosten conform liquidatietarief, een en ander bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad. [verweerders] willen niet meer meewerken aan nog een onderzoek. Ingeval toewijzing verzoeken [verweerders] de omvang van het geluidsonderzoek te beperken tot slaapkamer 1. Tegen één van de door [verzoeker] voorgestelde deskundigen hebben [verweerders] bezwaar omdat deze deskundige [verzoeker] al eerder heeft bijgestaan.

5.De beoordeling

Juridisch kader

5.1.
Op grond van artikel 202 lid 1 Rv (zoals geldend tot 1 januari 2025) kan de rechter op verzoek van een belanghebbende en voordat een zaak aanhangig is, een voorlopig deskundigenbericht bevelen. Dit verzoek moet voldoen aan het bepaalde in artikel 203 lid 2 Rv (zoals geldend tot 1 januari 2025). Hieruit volgt, onder meer, dat het verzoekschrift de aard en het beloop van de vordering moet inhouden. Aan dit vereiste mogen echter niet te hoge eisen worden gesteld (vgl. ECLI:NL:HR:2002:AE3345). Daarnaast moet het verzoekschrift de punten waarover het oordeel van de deskundigen wordt gevraagd inhouden. Een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht te gelasten is toewijsbaar als het terzake dienend en voldoende concreet is en feiten betreft die daarmee bewezen kunnen worden. Een dergelijk verzoek kan worden afgewezen ingeval van strijd met de goede procesorde of misbruik van (proces)recht, wegens gebrek aan belang en als het afstuit op een ander, door de rechter zwaarwichtig geoordeeld belang (Hoge Raad 19 december 2003, ECLI:NL:HR:2003:AL8610). Daarbij, zonder voldoende belang komt niemand een rechtsvordering toe (artikel 3:303 BW).
Het verzoek wordt afgewezen
5.2.
[verzoeker] heeft al vier geluidsmetingen laten uitvoeren, waarna [verweerders] meerdere werkzaamheden hebben laten uitvoeren om geluidsoverlast te verminderen. Op basis van de metingen in het laatste rapport en de volgens [verzoeker] juiste interpretatie van de NEN1070-norm, heeft [verzoeker] al een objectieve onderbouwing voor zijn stelling dat er geluidsoverlast is. Over de aanpassing met de vinylvloer in slaapkamer 1 heeft [verzoeker] zijn oordeel ook al klaar, gebaseerd op eerdere ervaringen na de eerste vloeraanpassingen door [verweerders] én bevindingen van een volgende door hem benaderde expert. Daarmee heeft [verzoeker] al een basis voor een bodemprocedure over de door hem ervaren geluidsoverlast. Het verzoek wordt daarom afgewezen als niet terzake dienend.
Proceskostenveroordeling
5.3.
De rechtbank ziet aanleiding [verzoeker] als in het ongelijk gestelde partij te veroordelen in de proceskosten (inclusief nakosten), maar dat zijn niet de werkelijke proceskosten. Nog daargelaten dat, gelet op het recht op toegang tot de rechter, op dit punt terughoudendheid geboden is, hebben [verweerders] onvoldoende gesteld en onderbouwd dat en waarom sprake is van misbruik van procesrecht. De proceskosten van [verweerders] worden begroot op:
- griffierecht € 331,00
- salaris advocaat € 1.228,00 (2 × tarief II € 614,00)
- nakosten €
178,00(plus de verhoging vermeld in de beslissing)
Totaal € 1.737,00
5.4.
De rechtbank verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
wijst het verzoek af;
6.2.
veroordeelt [verzoeker] in de proceskosten van [verweerders] tot op heden begroot op € 1.737,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe. Als [verzoeker] niet tijdig aan de veroordeling voldoen en de beschikking daarna wordt betekend, dan moet [verzoeker] € 92,00 extra betalen, plus de kosten van betekening;
6.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 1 april 2025.