ECLI:NL:RBROT:2025:4151

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
2 april 2025
Zaaknummer
10-324975-20
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met dwangverpleging

Op 13 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, die in 1993 is geboren en verblijft in een instelling. De rechtbank heeft de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. Dit volgde op een vordering van het openbaar ministerie, die op 28 januari 2025 was ingediend. De terbeschikkingstelling was eerder gelast door het gerechtshof Den Haag op 22 februari 2023, ter zake van poging tot zware mishandeling. De rechtbank heeft de vordering behandeld op een openbare terechtzitting, waar de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De instelling heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de geestelijke gezondheidsproblemen van de terbeschikkinggestelde, waaronder een schizofrene stoornis en een licht verstandelijke beperking. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd, en heeft de terbeschikkinggestelde aangemoedigd om zijn medicatie te blijven nemen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer van de rechtbank, en er is een mogelijkheid voor beroep binnen veertien dagen na de uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-324975-20
Datum uitspraak: 13 maart 2025
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
verblijvende in [naam instelling] te [plaats] (de instelling),
raadsvrouw mr. J.A. Smits, advocaat te Rotterdam.

1.Inleiding

Bij arrest van het gerechtshof Den Haag van 22 februari 2023 is de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot zware mishandeling. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 9 maart 2023.

2.Procesverloop

De rechtbank heeft op 28 januari 2025 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar. De vereiste stukken zijn bijgevoegd dan wel toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 13 maart 2025 behandeld. De officier van justitie mr. J. Wooldrik, de terbeschikkinggestelde (digitaal), bijgestaan door zijn raadsvrouw, en als deskundige [persoon A] , werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3.Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 22 januari 2025, de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met twee jaren. De deskundige heeft dit advies op de terechtzitting toegelicht. De terbeschikkinggestelde heeft een schizofrene stoornis en een licht verstandelijke beperking. De stoornis in cannabisgebruik is in de gereguleerde omgeving in remissie. Hij verblijft sinds 13 december 2023 in de instelling. In het PPC, waar hij daarvoor verbleef, liet hij fysieke en verbale agressie zien. Door de instelling op medicatie nam het probleemgedrag en het horen van stemmen af. Zijn toestandsbeeld verbeterde maar hij was wel wisselend in zijn functioneren. Begin augustus 2024 waren er vermoedens dat de ter beschikking gestelde aan het ‘sjoemelen’ was met de medicatie. Het meewerken aan bloedspiegelcontroles verliep moeizaam en het contact met het team verslechterde. Op 29 augustus 2024 is een b-dwangbehandeling opgestart. Inmiddels is de ter beschikking gestelde weer voldoende stabiel en goed ingesteld op medicatie. Op dit moment heeft de ter beschikking gestelde geen verlofstatus. De instelling heeft echter de aanvraag voor begeleid verlof intern goedgekeurd. De aanvraag is inmiddels ingediend bij het Ministerie. De vrijheden die de terbeschikkinggestelde zal krijgen, moeten zorgvuldig en stapsgewijs worden opgebouwd. Zijn behandeling en resocialisatie zullen naar verwachting nog geruime tijd in beslag nemen. Gezien de aard van de problematiek wordt ingeschat dat de terbeschikkinggestelde externe structuur en begeleiding nodig zal blijven houden om niet terug te vallen in delictgedrag en anderszins maatschappelijk disfunctioneren. Bezien wordt of in de toekomst toegewerkt kan worden naar verblijf in een begeleide woonvorm. Het risico op recidive bij (voorwaardelijke) beëindiging van de terbeschikkingstelling op dit moment wordt ingeschat als hoog.

4.Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
Standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde en de raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging.

5.Beoordeling

Op grond van het advies van de instelling, zoals toegelicht op de terechtzitting, en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
De behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde zal nog geruime tijd in beslag nemen. De rechtbank moedigt de ter beschikking gestelde aan om zich te blijven inzetten en zijn medicatie te blijven nemen, zodat begeleid verlof bij goedkeuring kan worden opgestart.

6.Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaren.
Deze beslissing is genomen door mr.drs. K.Th. van Barneveld, voorzitter,
en mr. M.K. Asscheman-Versluis en mr. L.J.M. Janssen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T. van Driel, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.