ECLI:NL:RBROT:2025:4167

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
695153 FA RK 25-1566
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging in het kader van verplichte zorg voor een betrokkene met psychische stoornis

Op 14 maart 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type, onder andere psychische aandoeningen en zwakbegaafdheid. De officier van justitie had verzocht om een tbs-maatregel met dwangverpleging, maar heeft subsidiair om een zorgmachtiging gevraagd. De raadsvrouw van de betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en aangegeven dat de betrokkene behandeling nodig heeft, maar dat een verplicht kader noodzakelijk is om overvraging te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is om zelfstandig zijn leven te organiseren en dat hij blijvend afhankelijk is van psychiatrische zorg. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 14 september 2025, en omvat verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Straf 2
Zaak- / rekestnummer: 695153 FA RK 25-1566
Patiëntnummer: 3102866
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 14 maart 2025 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg juncto artikel 6:5, aanhef en onder a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier van justitie,
met betrekking tot:
[naam betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedatum] 1981,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] te [plaats] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [naam PI] , locatie [detentielocatie] ,
raadsvrouw mr. I. Saey, advocaat te Rotterdam.

1.Procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 27 februari 2025, met onder andere als bijlagen:
- de bevindingen van de geneesheer-directeur [persoon A] van 26 februari 2025;
- de medische verklaring opgesteld door [persoon B] van 25 februari 2025;
- de zorgkaart, welke niet is opgesteld en ondertekend door betrokkene;
- het zorgplan opgesteld en ondertekend door [persoon C] van 26 februari 2025.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 28 februari 2025 in het gebouw van de rechtbank, op de locatie Rotterdam. Het verzoekschrift is gelijktijdig behandeld met de strafzaak met parketnummers 10.223566.24 en 10.172842.24 (ttz. gev.).
Bij die gelegenheid zijn verschenen en gehoord:
- betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
- mr. B.M.M. Zonneveld, de officier van justitie;
- [persoon D] , de zorgverantwoordelijke (telefonisch).

2.Standpunt van het Openbaar Ministerie

Gelet op de noodzaak het recidiverisico zo veel als mogelijk in te perken, heeft de officier van justitie primair verzocht een tbs-maatregel met dwangverpleging op te leggen. Subsidiair is door de officier van justitie verzocht de zorgmachtiging te verlenen.

3.Standpunt van betrokkene

De raadsvrouw van de betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Zij voert aan dat de betrokkene voldoet aan de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging en dat het verzoekschrift kan worden toegewezen. De betrokkene heeft behandeling nodig en wil hieraan meewerken, maar een verplicht kader is nodig omdat hij anders snel overvraagd wordt. Er kan feitelijk niet gesproken worden van vrijwilligheid, omdat betrokkene de uitgesproken bereidheid feitelijk niet kan waarmaken. De raadsvrouw stelt dat alles in het werk gesteld moet worden om een geschikte begeleid wonen-vorm voor de betrokkene te vinden na afloop van de klinische opname.

4.Beoordeling

4.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, in de vorm van een schizoaffectieve stoornis van het bipolaire type, een stoornis in het gebruik van cannabis (matig in remissie in een gereguleerde omgeving), antisociale kenmerken in de persoonlijkheid en zwakbegaafdheid.
4.2.
Deze stoornis leidt tot ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel voor anderen, maatschappelijke teloorgang van zichzelf en de situatie waarin de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is door achterdochtige overtuigingen jegens zijn huisgenoten en begeleiders, en de daaruit voortkomende confrontatie, in detentie beland. In de periode daaraan voorafgaand lijken veranderingen in de woonsituatie te hebben geleid tot overvraging en decompensatie en is hij zijn woonplek kwijtgeraakt. Betrokkene moet worden beschouwd als niet in staat om zelfstandig zijn leven buiten detentie te organiseren. Hij is blijvend afhankelijk van psychiatrische zorg, waaronder medicatie, en begeleiding in het dagelijks leven, om het stressniveau laag te houden. Betrokkene heeft deze zorg langdurig ontvangen in zijn leven, lange tijd ook zonder problemen, is hiermee vertrouwd en toont zich bereid deze na detentie weer te accepteren. Betrokkene heeft geen ziekte-inzicht en dus geen goed inzicht in zijn kwetsbaarheid en beperkingen. De stress, gepaard gaande met de overgang naar een setting buiten detentie en het weer opbouwen van zijn leven, zou makkelijk weer kunnen leiden tot een toename van psychische (psychotische) klachten, met het risico op nieuwe (agressieve) incidenten door achterdocht. Betrokkene vertoont ondanks gebruik van medicatie chronische psychotische symptomen, is beperkt belastbaar en kan zonder passende behandeling en ondersteuning makkelijk opnieuw overbelast raken en (verder) psychiatrisch ontregelen, teloor gaan en/of in nieuwe conflicten belanden, waarbij fysieke agressie vanuit een paranoïde gedachtegang niet is uit te sluiten.
4.3.
Om
een crisissituatie af te wenden;
ernstig nadeel af te wenden;
de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren;
e geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint;
heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
4.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft geen ziektebesef of -inzicht en is door zijn verstandelijke beperking snel overbelast en onvoldoende in staat zijn situatie te overzien, risico’s in te schatten en adequaat hulp te vragen (niet wilsbekwaam). Hij is van goede wil, maar van bestendige vrijwilligheid om mee te werken aan een behandeltraject en inname van noodzakelijke medicatie, waaronder antipsychotica, is geen sprake. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan, de medische verklaring en het advies van de geneesheer-directeur.
4.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, inhoudende het accepteren en nakomen van ambulante behandelafspraken;
  • opnemen in een accommodatie.
4.6.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor en de doelen van verplichte zorg alsmede aan de uitgangspunten als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.
4.9.
De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van 6 maanden, en geldt aldus tot en met 14 september 2025. De vormen van verplichte zorg zoals opgenomen onder 4.4 zullen worden toegewezen voor de gevraagde duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van
[naam betrokkene], voornoemd,
5.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 4.4. kunnen worden getroffen overeenkomstig de vermelde duur;
5.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 14 september 2025.
Deze beslissing is gegeven op 14 maart 2025 door
mr. C.G. van de Grampel, voorzitter,
mrs. P.C. Tuinenburg en E.M. Rocha, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.D. Bijl, griffier.
De jongste rechter is buiten staat deze beschikking mede te ondertekenen.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.