Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 augustus 2023, met producties 1 tot en met 14;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in voorwaardelijke reconventie, met producties 1 tot en met 26;
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 7 december 2022;
- de akte overlegging productie van 14 december 2022 van MSVA, met productie 27;
- de conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie alsmede akte overlegging productie en wijziging/vermeerdering van eis van [partij A] , met producties 15 tot en met 20;
- de brief van de rechtbank van 27 februari 2023 met een zittingsagenda;
- de akte overlegging producties van MSVA, met producties 28 tot en met 37;
- de mondelinge behandeling van 24 maart 2023, waarvan een verkort proces-verbaal is opgemaakt;
- de ter zitting overgelegde spreekaantekeningen van beide advocaten;
- de akte (tevens houdende overlegging productie) van [partij A] , met productie 21;
- de akte van uitlating tevens houdende akte vermeerdering van eis tevens akte houdende overlegging producties van MSVA, met producties 38 tot en met 48.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
engineering) en bouwen. MSVA wist dat [partij A] de casco’s wilde gaan gebruiken als (te verhuren) huisboten waarmee op de Maas kon worden gevaren. De casco’s moesten dus daarvoor geschikt zijn en voldoen aan de Wet Pleziervaartuigen en de eisen voor de CE-D-classificatie, die vereist is voor gebruik op de Maas. Uit de CE-normen blijkt ook dat de boten bestand moeten zijn tegen golven van 30 tot 50 centimeter en windkracht 4 Bft. Hierin is MSVA tekortgeschoten. Tijdens de proefvaart voldeed het eerste casco niet aan de daaraan te stellen eisen. Er komt nu onder normale omstandigheden teveel water over scheepsboord. MSVA heeft de vakterm ‘vrijboord’ niet correct toegepast en de feedback van [partij A] niet correct geïnterpreteerd, terwijl dit wel van haar mocht worden verwacht. De casco’s komen niet in aanmerking voor een CE-markering en mogen onder de Wet Pleziervaartuigen niet als huisboot worden gebruikt.
4.De beoordeling
Heeft [partij A] B.V. een vorderingsrecht?
- dat [persoon A] ervoor heeft gekozen de offerte zelf te tekenen en daarna in te brengen in de besloten vennootschap;
- dat MSVA hiervan op de hoogte was, hieraan medewerking heeft verleend en tot aan de conclusie van antwoord nooit aangaf dat zij [persoon A] als wederpartij beschouwde;
- dat de inbreng plaatsvond door een contractovername als bedoeld in artikel 6:159 BW;
- dat [persoon A] MSVA hiervan op de hoogte heeft gebracht;
- dat dit al enkele dagen na het ondertekenen van de Overeenkomst leidde tot facturen van MSVA aan [partij A] in plaats van [persoon A] ;
- dat hieruit de (vormvrije) medewerking van MSVA aan de contractsoverneming blijkt, terwijl ook in de correspondentie tussen partijen en hun advocaten steeds [partij A] en niet (ook) [persoon A] voorkwam.