4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij, op 19 mei 2023, te Rotterdam, als verkeersdeelnemer, namelijk als
bestuurder van een motorrijtuig (motorvoertuig met beperkte snelheid), zich
zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft
plaatsgevonden door met dat motorrijtuig
aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend te rijden op de voor het
openbaar verkeer openstaande weg, de Groeninx van Zoelenlaan, gaande in de
richting van de Groene Tuin, welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen, daar
- terwijl zijn, verdachtes, zicht door de voorruit, in strijd met 5.1.1 van de Regeling
voertuigen, werd belemmerd door
gordijnen en attributen op het dashboard en
- ondanks dat door middel van een boven de Groeninx van Zoelenlaan hangend
bord J23 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
werd gewaarschuwd voor overstekende voetgangers, zijn snelheid niet zodanig
heeft aangepast dat hij, verdachte, zijn motorrijtuig tot stilstand kon brengen
binnen de afstand waarover hij, verdachte, de weg kon overzien en
- al rijdend niet op het vóór hem gelegen
weggedeelte van die Groeninx van Zoelenlaan heeft gelet
en- daardoor voetgangers die, gezien verdachtes rijrichting,zich op de
rijbaan bevonden, niet tijdig, heeft opgemerkt/gezien en
- niet tijdig heeft opgemerkt dat op de rijbaan vóór hem een voertuig
(personenauto, merk Peugeot 107) stilstond teneinde voorrang te verlenen aan die
voetgangers en
- vervolgens tegen die Peugeot is aangebotst of is aangereden, waardoor die
Peugeot, bestuurd door [naam ], werd opgeduwd tegen voetgangers [slachtoffer 2]
en [slachtoffer 1] ([geboortedatum 2] 2014), als gevolg waarvan die [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht,te weten:
- een botbreuk van het rechter sleutelbeen en
- een botbreuk van het rechter pijpbeen.
2
hij op 19 mei 2023 te Rotterdam, als bestuurder van een motorrijtuig
(motorvoertuig met beperkte snelheid), daarmee rijdende op de voor het verkeer
openstaande weg de Groeninx van Zoelenlaan zich zodanig heeft gedragen dat
gevaar op die weg werd veroorzaakt,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen, daar
- terwijl zijn, verdachtes, zicht door de voorruit, in strijd met 5.1.1 van de Regeling
voertuigen werd belemmerd door
gordijnen en attributen op het dashboard en
- ondanks dat door middel van een boven de Groeninx van Zoelenlaan hangend
bord J23 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990
werd gewaarschuwd voor overstekende voetgangers, zijn snelheid niet zodanig
heeft aangepast dat hij, verdachte, zijn motorrijtuig tot stilstand kon brengen
binnen de afstand waarover hij, verdachte, de weg kon overzien
- al rijdend niet op het vóór hem gelegen
weggedeelte van die Groeninx van Zoelenlaan heeft gelet
en
- daardoor voetgangers die, gezien verdachtes rijrichting, zich op de
rijbaan bevonden niet heeft opgemerkt/gezien en
- niet heeft opgemerkt dat op de rijbaan vóór hem een voertuig
(personenauto, merk Peugeot 107) stilstond teneinde voorrang te verlenen aan die
voetgangers en
- vervolgens tegen die Peugeot is aangebotst of is aangereden waardoor die
Peugeot, bestuurd door [naam ], werd opgeduwd tegen voetgangers [slachtoffer 2]
en [slachtoffer 1] ([geboortedatum 2] 2014).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.