In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 6 maart 2025, wordt de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], verlengd. De zaak betreft de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, die betrokken is bij de zorg voor [minderjarige]. De kinderrechter heeft de procedure met gesloten deuren gevoerd, waarbij de moeder, de pleegmoeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig waren. De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige], die momenteel verblijft in een open groep van [naam instelling] te [plaatsnaam]. De kinderrechter heeft eerder al een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing verleend, en op basis van de recente ontwikkelingen en de noodzaak van zorg voor [minderjarige] is besloten de machtiging te verlengen tot 11 juli 2025. De kinderrechter oordeelt dat de verlenging noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige], gezien de zorgen rondom de thuissituatie bij de moeder en het gedrag van [minderjarige]. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.