Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 april 2025 op het verzet van
Dienst Toeslagen, verweerder.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
15 november 2024 terecht is geoordeeld dat buiten redelijke twijfel [2] is dat het beroep gegrond is. Zij doet dit aan de hand van de gronden van het verzet. Aan de inhoud van de beroepsgronden komt de rechtbank in deze zaak pas toe als het verzet gegrond is.
30 december 2024.
4.3. De aangetekende uitspraak van 15 november 2024 is door PostNL op
9 december 2024 geretourneerd met de mededeling dat deze niet is afgehaald. De brief is verzonden naar het adres waarop de gemachtigde van opposante staat ingeschreven blijkens de Landelijke Advocaten Tabel, derhalve mag de rechtbank er in beginsel van uitgaan dat de gemachtigde van opposante een afhaalbericht van deze aangetekende brief heeft ontvangen. Het niet op het postkantoor afhalen van een aan haar geadresseerd aangetekend poststuk is een omstandigheid die voor rekening en risico van (de gemachtigde van) opposante komt.
12 december 2024 (ruim een maand nadat door de rechtbank uitspraak is gedaan) ontvangen. Opposante acht het uitgaan van de datum van 15 november 2024 in plaats van de datum van 12 december 2024 voor de bepaling van de tijdigheid van het verzet niet terecht, althans niet redelijk. De post op locatie van het kantoor van de gemachtigde van opposante komt in beginsel altijd op tijd en ordentelijk binnen en dat een uitspraak ditmaal niet bestelbaar is gebleken, zou daarom niet voor rekening en risico van opposante moeten komen. Voorts is de maand december altijd een hele drukke maand met veel post en waarbij de postbezorgers regelmatig te laat post afleveren. Ook is de tweede helft van de maand december een maand waarin veel minder gewerkt wordt, wat in de regel een risico oplevert voor het tijdig afleveren van post en het vervolgens op tijd acteren. Dat is geen verontschuldiging voor dit verzuim. Opposante had immers in ieder geval tijdig verzet kunnen instellen, zo nodig op nader aan te voeren gronden.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
L. van Zuijlekom, griffier.