ECLI:NL:RBROT:2025:4700
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van Ziektewetuitkering en bevoegdheid UWV
In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als persoonlijk begeleider, zich op 18 november 2020 ziek gemeld. Haar Ziektewet (ZW) uitkering werd per 1 maart 2021 beëindigd, omdat zij hersteld was verklaard. Eiseres heeft op 28 november 2022 een verzoek ingediend bij het UWV om het besluit van 23 februari 2021 te herzien, maar dit verzoek werd niet correct ingediend. Het UWV heeft de primaire besluiten ingetrokken, omdat de gemachtigde van eiseres onterecht een formulier indiende dat leek alsof het verzoek door de ex-werkgever was gedaan. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit van het UWV, waarin de intrekking van de primaire besluiten werd bevestigd. De rechtbank heeft op 22 april 2025 geoordeeld dat het UWV terecht de besluiten heeft ingetrokken, omdat de uitkering ten onrechte was vastgesteld door toedoen van de werknemer. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst de verzoeken om terugbetaling van griffierecht en proceskosten af.