5.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
[medeverdachte rechtspersoon]
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 januari 2018,
te Schiedam en/of Rotterdam,
telkens geschriften (bedrijfsadministratie) die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
telkens opzettelijk valselijk heeft opgemaakt ,
hebbende genoemde rechtspersoon en haar mededader(s) toen daar telkens opzettelijk in de bedrijfsadministratie van [medeverdachte rechtspersoon], zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen,
- één vals kasboek (A-01-01-24, ) en
- één valse Z-afslag(
DOC-008-11)
in de administratie van genoemde rechtspersoon opgenomen en/of doen opnemen,
bestaande die valsheden hierin -zakelijk weergegeven- dat
telkens valselijk in strijd met de waarheid
op/in die z-afslag en
datkasboek niet alle verkopen en/of contante betalingen en/of omzet was/waren vastgelegd en/of vermeld en/of (een deel van) de verkopen en/of contante betalingen en/of omzet uit de bedrijfsadministratie was verwijderd,
zulks telkens met het oogmerk om dat/die (samenstel van) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door ander(en) te doen gebruiken,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander,
telkens feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen;
2.
[medeverdachte rechtspersoon]
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 januari 2018,
te Schiedam en/of Rotterdam en/of Amsterdam ,
telkens geschriften (bedrijfsadministratie) die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
telkens opzettelijk valselijk heeft opgemaakt , hebbende genoemde rechtspersoon en/of haar mededader(s) toen daar telkens opzettelijk in de bedrijfsadministratie van [medeverdachte rechtspersoon], zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen,
- valse urenlijsten ( DOC-003-124 tot en met DOC-003-128, ) en
- salarisspecificaties ten name van [persoon 1] en [persoon 2] (DOC-008-07, DOC-008-82) en
- één jaaropgave ten name van [persoon 1] (DOC-008-26)
in de administratie van genoemde rechtspersoon opgenomen en/of doen opnemen,
immers heeft/hebben [medeverdachte rechtspersoon] en/of haar mededader(s),
telkens opzettelijk in vorenomschreven geschriften - onderdeel van de (loon)administratie van [medeverdachte rechtspersoon] - niet alle gewerkte uren en/of niet alle gewerkte dagen vermeld en/of opgenomen en/of (een gedeelte van) de gewerkte uren en/of (een gedeelte van) het aantal gewerkte dagen uit de administratie verwijderd ,
zulks telkens met het oogmerk om dat/die (samenstel van) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door ander(en) te doen gebruiken,
hebbende hij, verdachte, tezamen en in vereniging met een ander, telkens feitelijke leiding gegeven aan de vorenstaande verboden gedragingen;
3.
hij
in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 1 april 2018
te Schiedam en/of Rotterdam en/of Hellevoetsluis
tezamen en in vereniging met een ander
één voorwerp, te weten één geldbedrag van 24.865,00 euro, heeft omgezet en van genoemd geldbedrag gebruik heeft gemaakt,
terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.