4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
zij
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 januari 2018, te Schiedam en/of Rotterdam ,
tezamen en in vereniging met anderen,
telkens geschriften (bedrijfsadministratie) die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
telkens opzettelijk valselijk heeft opgemaakt ,
hebbende verdachte en/of haar mededaders toen daar telkens opzettelijk in de bedrijfsadministratie van [medeverdachte rechtspersoon], zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen,
- één vals kasboek (A-01-01-24) en
- één valse Z-afslag( DOC-008-11)
in de administratie van [medeverdachte rechtspersoon] opgenomen en/of doen opnemen,
bestaande die valsheden hierin -zakelijk weergegeven- dat
telkens valselijk in strijd met de waarheid
op/in die z-afslag en
datkasboek niet alle verkopen en/of contante betalingen en/of omzet was/waren vastgelegd en/of vermeld en/of (een deel van) de verkopen en/of (contante) betalingen en/of omzet uit de bedrijfsadministratie was verwijderd,
zulks telkens met het oogmerk om dat/die (samenstel van) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door ander(en) te doen gebruiken;
2.
zij
in de periode van 1 januari 2016 tot en met 1 januari 2018, te Schiedam en/of Rotterdam ,
tezamen en in vereniging met anderen, telkens geschriften (bedrijfsadministratie) die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen, telkens opzettelijk valselijk heeft opgemaakt
hebbende genoemde rechtspersoon en/of haar mededaders toen daar telkens opzettelijk in de bedrijfsadministratie van [medeverdachte rechtspersoon],
zijnde een samenstel van geschriften bestemd om tot bewijs van het daarin vermelde te dienen,
- valse urenlijsten ( DOC-003-124 tot en met DOC-003-128, ) en
- salarisspecificaties ten name van [persoon 1] en [persoon 2] (DOC-008-07, DOC-008-82) en
- één jaaropgave ten name van [persoon 1] (DOC-008-26)
in de administratie van genoemde rechtspersoon opgenomen en/of doen opnemen,
immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededaders, telkens opzettelijk in vorenomschreven geschriften - onderdeel van de (loon)administratie van [medeverdachte rechtspersoon] - niet alle gewerkte uren en/of niet alle gewerkte dagen vermeld en/of opgenomen en/of (een gedeelte van) de gewerkte uren en/of (een gedeelte van) het aantal gewerkte dagen uit de administratie verwijderd ,
zulks telkens met het oogmerk om dat/die (samenstel van) geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken en/of door ander(en) te doen gebruiken.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.