In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 9 april 2025 uitspraak gedaan in een ontbindingsverzoek van Paragon Communicatie Services B.V. tegen een werknemer, aangeduid als [verweerder]. Paragon verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van verwijtbaar handelen van de werknemer, die op LinkedIn een bericht had geplaatst waarin hij suggereerde dat racisme werd beloond. De kantonrechter oordeelde dat de redenen voor het ontbindingsverzoek niet voldoende waren om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. De rechter stelde vast dat de werknemer inmiddels inzag dat zijn uitlatingen onacceptabel waren, en dat er geen bewijs was van schade voor Paragon. Bovendien was niet aangetoond dat herplaatsing van de werknemer niet mogelijk was, wat een vereiste is voor ontbinding. De kantonrechter wees het verzoek af en veroordeelde Paragon tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 949,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Paragon direct aan de proceskostenveroordeling moet voldoen, ook als er hoger beroep wordt aangetekend.