Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 april 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Samenvatting
Procesverloop
Totstandkoming van het besluit
Gronden van het beroep
Beoordeling door de rechtbank
aannemelijk gemaaktdat eiser niet in een gezagsverhouding stond tot bestuurders [persoon A] en/of [persoon C] . Om dit aannemelijk te maken is inzicht nodig in de verhouding tussen eiser en de bestuurders van [bedrijf] en de invulling van het werkgeverschap in de hier aan de orde zijnde periode. Daarbij dient mede in het oog gehouden te worden dat het hier lijkt te gaan om een rechtsverhouding tussen (voormalig) vrienden/kennissen die eerder op niet ondergeschikte wijze samenwerkten binnen [bedrijf] . Het onderzoeksrapport bevat hierover geen informatie. Pas in bezwaar heeft het UWV de verklaringen van [persoon A] , [persoon B] , [persoon D] en [persoon E] betrokken bij de beoordeling. Zoals de rechtbank hierna zal toelichten, is ook deze beoordeling van de feitelijke situatie onvoldoende voor de conclusie dat tussen eiser en [bedrijf] geen gezagsverhouding heeft bestaan.