ECLI:NL:RBROT:2025:4890

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
23 april 2025
Zaaknummer
C/10/693004 / JE RK 25-142
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2025 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak is aangespannen door de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die op 22 januari 2025 een verzoekschrift heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond met gesloten deuren, waren de moeder, de vader en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] gehoord en vastgesteld dat er grote zorgen zijn over haar psychische toestand, waaronder suïcidale gedachten en een gebrek aan schoolgang. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 17 juni 2025, met de verklaring dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is. Dit betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat [voornaam minderjarige] de juiste hulp en begeleiding krijgt, en dat er gezocht wordt naar een geschikte vervolgplek voor haar. De beslissing is openbaar uitgesproken en op schrift gesteld op 31 maart 2025.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/693004 / JE RK 25-142
Datum uitspraak: 12 maart 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[minderjarige],
geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam moeder],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats 1] ,
[naam vader],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats 2] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 22 januari 2025, binnengekomen bij de rechtbank op diezelfde datum.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 12 maart 2025. Daarbij waren aanwezig:
  • de moeder;
  • de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [persoon A] .
1.3.
De kinderrechter heeft [voornaam minderjarige] naar haar mening gevraagd. [voornaam minderjarige] heeft hierover een telefonisch gesprek gevoerd met de kinderrechter. Tijdens de zitting heeft de kinderrechter samengevat wat [voornaam minderjarige] heeft verteld. De aanwezigen hebben daarop kunnen reageren.
1.4.
Aangezien de vader de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Arabische taal, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van Mouradian, tolk in de Arabische taal.

2.De feiten

2.1.
De moeder en de vader zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] .
2.2.
[voornaam minderjarige] verblijft in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder.
2.3.
Bij beschikking van 17 juni 2024 is [voornaam minderjarige] onder toezicht gesteld tot 17 juni 2025. Bij die beschikking is ook een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder verleend tot 17 maart 2025.

3.Het verzoek

De GI verzoekt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder te verlengen voor de duur van de ondertoezichtstelling. De GI verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. Er bestaan grote zorgen over de psychische toestand van [voornaam minderjarige] . Zij heeft van haar school een vrijstelling gekregen, omdat het van belang is dat zij eerst aan haar persoonlijke problematiek werkt, voordat zij kan toewerken naar passend onderwijs. Daarnaast zit [voornaam minderjarige] niet op de juiste plek bij Embrace The Future. Er is gezocht naar een geschikte vervolgplek, waar zij ook dagbesteding kan volgen wanneer zij niet naar school gaat. Er heeft een intake plaatsgevonden bij een beschermd wonen locatie in de regio Rotterdam. [voornaam minderjarige] wil hier zelf ook graag naartoe. [voornaam minderjarige] heeft aangegeven niet terug te willen naar huis, maar juist te willen toewerken naar zelfstandigheid. Er is echter sprake van een wachtlijst van drie tot vier maanden voor een overplaatsing naar deze locatie kan plaatsvinden. Daarnaast is [voornaam minderjarige] aangemeld voor diagnostiek en behandeling bij Youz. Youz is bereid te starten zodra [voornaam minderjarige] is overgeplaatst, maar het is van belang dat de hulpverlening eerder op gang komt. De jeugdbeschermer is hard aan het werk om dit te realiseren. In de komende periode zal er ook worden gezocht naar een persoonlijk begeleider voor [voornaam minderjarige] .

5.Het standpunt van de moeder

De moeder stemt ter zitting in met het verzoek en licht het volgende toe. Hoewel de moeder [voornaam minderjarige] het liefst thuis zou zien wonen, is het voor haar duidelijk dat een terugkeer naar huis niet mogelijk is. Het zou niet goed gaan met [voornaam minderjarige] als zij weer thuis zou wonen. Het is vervelend dat [voornaam minderjarige] zich niet op haar plek voelt bij Embrace The Future, maar de moeder hoopt dat zij daar toch kan blijven totdat zij wordt overgeplaatst naar de andere plek. Het is van groot belang dat [voornaam minderjarige] op haar nieuwe plek individueel wordt begeleid, behandeld en gestimuleerd om de juiste stappen te zetten. Eerder heeft [voornaam minderjarige] veel baat gehad bij de hulpverlening van haar ambulant begeleider en het is belangrijk dat er voor haar een vergelijkbare begeleider wordt gevonden.

6.Het standpunt van de vader

De vader voert ter zitting verweer tegen het verzoek en licht het volgende toe. Er zijn veel zorgen over de situatie van [voornaam minderjarige] . Zij gebruikt drugs, steelt en doet aan automutilatie. Daarnaast is zij meerdere keren van de groep weggelopen. De GI houdt onvoldoende toezicht op [voornaam minderjarige] , wat zijn vertrouwen in de GI heeft aangetast. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige] weer bij de moeder thuis gaat wonen.

7.De beoordeling

7.1.
Op basis van de stukken en de zitting is de kinderrechter van oordeel dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding. [1] De kinderrechter overweegt daartoe het volgende.
7.2.
Er zijn veel zorgen over [voornaam minderjarige] . Zij is erg teruggetrokken, somber en heeft suïcidale gedachten, waardoor er zorgen zijn over haar psychische toestand. Daarnaast gaat [voornaam minderjarige] momenteel niet naar school, omdat zij niet verder kon op haar huidige school en een MBO-opleiding niet geschikt was voor [voornaam minderjarige] . Ook volgt [voornaam minderjarige] geen dagbesteding. De ambulante begeleider die [voornaam minderjarige] had, is gestopt en op dit moment krijgt ze geen hulp.
7.3.
[voornaam minderjarige] verblijft sinds 6 mei 2024 bij Embrace The Future in Obdam. Zij voelt zich hier echter niet op haar plek en heeft de wens om in de regio Rotterdam te worden geplaatst. Zowel [voornaam minderjarige] als de moeder hebben aangegeven dat [voornaam minderjarige] niet meer terug naar huis kan keren. In de afgelopen periode is er een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige] gevonden op een begeleid wonen locatie in Rotterdam. Het is belangrijk dat zij wordt overgeplaatst zodra een plek beschikbaar is op deze locatie. Daarnaast is het belangrijk dat [voornaam minderjarige] de hulp krijgt die zij nodig heeft. De diagnostiek en behandeling bij Youz moeten zo snel mogelijk starten. Ook is het belangrijk dat er een vervangende ambulant begeleider voor [voornaam minderjarige] wordt gevonden, aangezien zij veel baat heeft bij persoonlijke begeleiding.
7.4.
Om de overplaatsing van [voornaam minderjarige] te kunnen realiseren, is het van belang dat haar huidige verblijfsplek in de tussenperiode wordt voortgezet. De kinderrechter verlengt daarom de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 17 juni 2025. In de komende periode is het belangrijk dat er iemand wordt gevonden die met [voornaam minderjarige] meedenkt en haar ondersteunt. [voornaam minderjarige] heeft aangegeven graag het HAVO staatsexamen te willen doen, zodat zij daarna kan starten met een vervolgopleiding. Zij heeft hierbij hulp nodig. Daarnaast is het belangrijk dat de beoogde hulpverlening wordt ingezet, er toezicht wordt gehouden op [voornaam minderjarige] en de zorgen over haar zorgvuldig in de gaten worden gehouden, zodat zij stapsgewijs kan werken aan haar toekomst.
7.5.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

8.De beslissing

De kinderrechter:
8.1.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder tot 17 juni 2025;
8.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2025 door mr. J.S. van den Berge, kinderrechter, in aanwezigheid van M.Y.R. Veldkamp als griffier, en op schrift gesteld op 31 maart 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.

Voetnoten

1.Artikel 1:265c, tweede lid, Burgerlijk Wetboek.