In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 25 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam Rogplus ongegrond verklaard. Eiser, vertegenwoordigd door zijn ouders, had op 1 november 2022 een aanvraag ingediend voor verlenging van een maatwerkvoorziening voor psychologische zorg. Het primaire besluit van 12 januari 2023 kende een voorziening toe voor de periode van 3 januari 2022 tot en met 30 juni 2023. Eiser's bezwaar tegen dit besluit werd op 14 juni 2023 ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelt dat de verweerder, Rogplus, bevoegd was om onderzoek te doen naar de situatie van eiser, ondanks de weigering van de wettelijk vertegenwoordigers om medische informatie te delen. De rechtbank concludeert dat de weigering van de wettelijk vertegenwoordigers om mee te werken aan het onderzoek niet aan de verweerder kan worden tegengeworpen. De rechtbank benadrukt dat de wettelijk vertegenwoordigers zich moeten richten op samenwerking met de verweerder in plaats van op het verleden. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst ook de vordering tot schadevergoeding en proceskostenveroordeling af.