ECLI:NL:RBROT:2025:4931
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet tijdig beslissen op aanvraag jeugdhulp leidt tot niet-ontvankelijkheid beroep
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 25 april 2025, wordt het beroep van eisers beoordeeld dat zij op 3 september 2023 hebben ingesteld. Eisers stellen dat verweerder, het dagelijks bestuur van [verweerder], niet tijdig heeft beslist op hun aanvraag van 1 november 2022. De rechtbank behandelt het beroep en constateert dat er op 12 januari 2023 al een besluit is genomen door verweerder, waarmee de termijn van twee weken na de ingebrekestelling is gerespecteerd. De rechtbank wijst erop dat, hoewel eisers menen dat het besluit onzorgvuldig is, dit niet afdoet aan het feit dat er wel degelijk op de aanvraag is beslist. Hierdoor is het beroep wegens niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen procesbelang meer is; er is immers al een besluit genomen. De rechtbank benadrukt dat klachten over het optreden van verweerder via klachtenprocedures moeten worden afgehandeld en roept eisers op om in plaats van te focussen op het verleden, te streven naar een materiële oplossing in samenwerking met verweerder. De rechtbank wijst ook de verzoeken om verbeurde dwangsommen en schadevergoeding af, omdat deze niet aan de orde zijn. Tot slot wordt er geen proceskostenveroordeling opgelegd.