ECLI:NL:RBROT:2025:4934
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Wisseling aanvrager kinderbijslag onder de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en co-ouderschap
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 25 april 2025, wordt de wijziging van de aanvrager van de kinderbijslag onder de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) beoordeeld. Eiseres, die in een co-ouderschapssituatie verkeert met haar ex-partner, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) dat haar ex-partner vanaf het derde kwartaal van 2023 de aanvrager van de kinderbijslag voor hun dochter is geworden. De Svb had eerder vastgesteld dat er sprake was van co-ouderschap en dat beide ouders recht hadden op de helft van de kinderbijslag. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij de aanvrager van de kinderbijslag moet blijven, omdat haar dochter bij haar woont. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, omdat eiseres met het invullen van het formulier 'Wijziging van aanvrager' heeft ingestemd met de wijziging. De rechtbank oordeelt dat de Svb terecht heeft gehandeld en dat de gevolgen van de wijziging voor rekening van eiseres komen. De rechtbank benadrukt dat de regels omtrent co-ouderschap en kinderbijslag duidelijk zijn en dat de Svb niet zomaar een eerder besluit kan terugdraaien zonder toestemming van de huidige aanvrager. Eiseres krijgt geen vergoeding van proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven.