ECLI:NL:RBROT:2025:4936

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
10/041848-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van diefstal met geweld en niet-ontvankelijkheid benadeelde partij in vordering

Op 15 april 2025 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2006, die beschuldigd werd van diefstal met geweld. De officier van justitie eiste een jeugddetentie van 62 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 60 uren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde beroving. De rechtbank baseerde deze beslissing op het gebrek aan direct bewijs dat de verdachte aan de beroving kon linken, ondanks het feit dat de aangever en getuigen verklaarden dat er geweld was gebruikt. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldigingen.

Daarnaast was er een benadeelde partij die een schadevergoeding eiste van € 1.935,00 voor materiële schade en € 250,00 voor immateriële schade. De rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in zijn vordering, omdat er geen straf of maatregel aan de verdachte was opgelegd. De kosten die de benadeelde partij had gemaakt voor de verdediging van de vordering werden begroot op nihil. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij de jongste rechter niet in staat was het vonnis te ondertekenen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team Jeugd
Parketnummer: 10/041848-23
Datum uitspraak: 15 april 2025
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2006,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres
[adres 1],
raadsman mr. G.S.J. van Gestel, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 1 april 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie, mr. L.H. de Jong, heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 62 dagen, met aftrek
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak
4.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde beroving. De verklaring van de aangever dat hij is beroofd en dat daarbij geweld is gebruikt, wordt ondersteund door het door verbalisanten geconstateerde letsel bij de aangever, de verklaring van getuige [getuige], het aantreffen van een vuurwapen en twee messen in het pand. De verdachte past in het door de aangever opgegeven signalement van verdachten 1 en 2. De weggenomen telefoon van de aangever wordt kort na de beroving teruggevonden op een systeemplaat in de toiletruimte waarin de verdachte zich ophield. De verklaring die de verdachte heeft afgelegd acht de officier van justitie niet aannemelijk.
4.1.2.
Beoordeling
Op 10 februari 2023, omstreeks 17:30 uur, wordt melding gemaakt van een beroving aan [adres 2]. Uit de aangifte blijkt dat aangever [aangever] in dit pand is beroofd van diverse goederen, waaronder een Samsung telefoon. Bij de beroving is fysiek geweld tegen de aangever gebruikt en hij is bedreigd, woordelijk en met wapens. Vast staat dat de verdachte zich op die bewuste dag in hetzelfde pand in de [straatnaam] bevond. De verdachte is, 40 minuten nadat melding werd gedaan van de beroving, aangetroffen in een toiletruimte op de eerste etage van het pand. Door verbalisanten wordt dan gezien dat één van de systeemplafondplaten in die toiletruimte lijkt te zijn verschoven. Bij het optillen van de plafondplaat valt een Samsung telefoon van de plaat af. Deze telefoon blijkt de telefoon van de aangever te zijn, die slechts kort daarvoor bij de beroving in hetzelfde pand is weggenomen. Op die telefoon wordt een DNA-spoor aangetroffen, dat overeenkomt met het DNA van een van de medeverdachten.
Nu er geen DNA van de verdachte op deze telefoon is aangetroffen, het door de aangever opgegeven signalement niet zodanig specifiek is dat de verdachte zonder meer aan de beroving gelinkt kan worden en het dossier geen ander direct bewijs bevat dat in de richting van de verdachte wijst, kan de rechtbank niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de verdachte betrokken is geweest bij de ten laste gelegde diefstal met geweld.
4.1.3.
Conclusie
Het ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.

5.Vordering benadeelde partij

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij], ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een bedrag van € 1.935,00 aan materiële schade en een bedrag van € 250,00 aan immateriële schade, hoofdelijk, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
5.1.
Beoordeling
De benadeelde partij [benadeelde partij] zal in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu aan de verdachte geen straf of maatregel is opgelegd en artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht geen toepassing heeft gevonden.
Nu de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
5.2.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding geen inhoudelijke beslissing genomen.

6.Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij] niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.J. Loorbach, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. J.S. van den Berge en A. Wolthuis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 april 2025.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij, op of omstreeks 10 februari 2023, te Rotterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
meerdere althans een (mobiele)telefoon(s) en/of geld en/of een (goude)ketting en/of een portemonnee en/of meerdere althans een pasje(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- zich (terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een bivakmuts droeg(en)) dreigend aan
die [slachtoffer] op te dringen en/of
- ( daarbij) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerpen en/of een vuurwapen,
althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp (dreigend) aan die [slachtoffer] te tonen
en/of
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp tegen het hoofd en/of
de neus en/of het (linker)oog en/of het lichaam van die [slachtoffer] te houden en/of daarop te
richten en/of
- die [slachtoffer] naar de grond te trekken, althans naar de grond te werken en/of (vervolgens)
op die [slachtoffer] te gaan zitten, althans te voorkomen dat die [slachtoffer] kon opstaan en/of weg
komen en/of
- dreigend de woorden toe te voegen “geef me je kankergeld” en/of “niet kijken, niet kijken”
en/of “geef je kankergeld” en/of “We zoeken je op” en/of “ik schiet je kankerdood” en/of
“je houdt je kankerbek dicht” en/of “bel je maat op, we willen meer geld” en/of “als je
blauw belt schieten we je kankerdood” en/of “stil, hou je kankerbek” en/of “begin je
kankermattie te bellen en snel”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of
strekking en/of
- meermalen althans eenmaal die [slachtoffer] in het gezicht en/of tegen/op het lichaam te slaan
en/of (met gebalde vuist) te stompen en/of
- meermalen althans eenmaal die [slachtoffer] met een vuurwapen, althans een op een
vuurwapen gelijkend voorwerp, althans een voorwerp op/tegen het hoofd en/of het lichaam
van die [slachtoffer] te slaan en/of
- uit de (broek)zak(ken) van die [slachtoffer] dat geld en/of die telefoon(s) en/of die
portemonnee en/of dat/die pasje(s) te trekken, althans te pakken en/of
- in het zicht van die [slachtoffer] (dreigend) een vuurwapen door te laden althans te laten lijken
alsof hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een vuurwapen doorladen.