In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 20 maart 2025, wordt de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2022, behandeld. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die het verzoek heeft ingediend om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te verlengen voor de duur van een jaar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders van de minderjarige, die gescheiden zijn, belast zijn met het ouderlijk gezag. De minderjarige woont bij de moeder, maar er zijn zorgen over de psychische gesteldheid van de moeder en de verstoorde relatie tussen de ouders. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling en stelt dat de minderjarige veilig is en zich goed ontwikkelt. De vader steunt het verzoek van de GI en maakt zich zorgen over het welzijn van de minderjarige.
De kinderrechter heeft de feiten en de standpunten van beide ouders in overweging genomen. Ondanks dat de zorgen over de verzorging van de minderjarige zijn afgenomen, zijn de zorgen over de psychische gesteldheid van de moeder en de relatie tussen de ouders toegenomen. De moeder weigert mee te werken aan behandeling en ontneemt de minderjarige contact met de vader. De kinderrechter concludeert dat er nog steeds sprake is van een ontwikkelingsbedreiging voor de minderjarige en dat een verlenging van de ondertoezichtstelling noodzakelijk is. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 4 april 2026 en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.