In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 8 april 2025, wordt de ondertoezichtstelling van een minderjarige verlengd. De zaak betreft de minderjarige, geboren in 2010, die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West. De kinderrechter heeft de moeder als belanghebbende aangemerkt. Tijdens de zitting, die op 8 april 2025 plaatsvond, waren de moeder en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De moeder is belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij haar. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over het schoolverzuim van de minderjarige, die sinds de herfstvakantie veel afwezig is op school. Ondanks dat de school positief is over de minderjarige, zijn er zorgen dat hij mogelijk zal blijven zitten door zijn hoge schoolverzuim. De moeder lijkt niet in staat om grip te krijgen op de situatie en voert de adviezen van hulpverleners niet of onvoldoende uit. De kinderrechter heeft besloten dat de ondertoezichtstelling met negen maanden wordt verlengd, tot 30 januari 2026, en dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Dit houdt in dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat het van belang is dat de moeder de Nederlandse taal leert, zodat zij beter in staat is om voor haar zoon te zorgen en de hulpverlening te begrijpen.