Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[eiser] ,
[eiseres],
[naam onderneming],
1.De procedure
- de dagvaarding van 18 september 2024 met bijlagen 1-11;
- de conclusie van antwoord van 27 november 2024 met ongenummerde bijlagen;
- de e-mail namens [eiser] c.s. van 3 april 2024 met bijlagen 12-13;
- de zittingsaantekeningen van de mondelinge behandeling op 16 april 2025.
2.De feiten
3.Het geschil
- € 10.668,05 met rente, berekend vanaf 29 november 2023 tot de dag van volledige betaling;
- € 2.032,80 aan expertisekosten;
- € 1.066,83 aan incassokosten;
- [naam onderneming] te veroordelen in de proceskosten met rente over de nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
Het netjes schilderen van de muur nadat deze is dichtgemaakt”). Het had op de weg van [naam onderneming] gelegen om die stelling na de betwisting door [eiser] c.s. nader te onderbouwen en dat is niet gebeurd. De stelling dat de trapleuning goed is gemonteerd en “door het gebruik van diverse derden” los is gaan zitten, helpt [naam onderneming] niet. Een goed gemonteerde trapleuning is bestand tegen gebruik.
7. Bij niet tijdig of het niet volledig betalen van de facturen vervallen alle Garantie's”. [naam onderneming] heeft in dit verband gesteld dat [eiser] c.s. haar factuur van 30 mei 2023 voor een bedrag van € 932,31 onbetaald heeft gelaten.
de schade [is] veel lager dan door eisers gesteld”), maar zij hebben die betwisting op geen enkele manier uitgewerkt en de kantonrechter gaat daaraan voorbij.