In deze zaak vordert de eiser, eigenaar van een woning in Amsterdam, ontruiming van zijn woning door krakers. De eiser heeft de woning op 18 september 2023 verworven en heeft gedaagden, die in april 2024 in de woning zijn getrokken, herhaaldelijk gesommeerd om de woning te verlaten. De advocaat van de eiser heeft gedaagden in verschillende brieven op de hoogte gesteld van de noodzaak tot ontruiming, maar gedaagden hebben geen gehoor gegeven aan deze verzoeken. De eiser heeft een spoedeisend belang bij de ontruiming, omdat hij de woning wil slopen en er een nieuwe woning wil realiseren. De voorzieningenrechter heeft de belangen van de eiser en de gedaagden afgewogen. Hoewel de gedaagden hebben aangevoerd dat zij geen andere huisvesting hebben, weegt het belang van de eiser zwaarder, gezien de zelfbewoningsplicht die op hem rust en de overlast die de gedaagden veroorzaken. De voorzieningenrechter heeft daarom de vordering tot ontruiming toegewezen, met een ontruimingstermijn van 14 dagen na betekening van het vonnis. Tevens is er een dwangsom van € 1.000,00 per dag opgelegd voor het geval gedaagden niet aan de ontruiming voldoen. De gedaagden zijn ook veroordeeld in de proceskosten.