Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 september 2024, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek;
- de akte van 21 januari 2025 van De Friesland.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft De Friesland Zorgverzekeraar N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die zelf procedeert, met betrekking tot een zorgverzekeringsovereenkomst. De Friesland stelt dat de gedaagde de premies voor de maanden april tot en met juli 2024 niet op tijd heeft betaald, wat heeft geleid tot een premieachterstand van € 764,60. Na erkenning van een deelbetaling door de gedaagde, heeft De Friesland haar vordering verminderd tot € 166,15. De kantonrechter heeft de eis van De Friesland toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van dit bedrag, evenals incassokosten van € 138,77 en proceskosten van € 802,89. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde ook wettelijke rente verschuldigd is over het bedrag van € 164,54, en heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing is genomen door mr. W.J.J. Wetzels en is openbaar uitgesproken op 21 februari 2025.