ECLI:NL:RBROT:2025:5068

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
11337412 CV EXPL 24-25090
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid onderaannemer voor schade bij zonnepanelenprojecten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Atom Energy v.o.f. en een onderaannemer. Atom Energy had de onderaannemer opdracht gegeven voor het plaatsen van zonnepanelen op twee projecten. Tijdens de uitvoering van deze projecten ontstond schade, waarvoor Atom Energy de onderaannemer aansprakelijk stelde. Atom Energy vorderde een bedrag van € 9.327,16 aan schadevergoeding, terwijl de onderaannemer een tegeneis indiende voor betaling van zijn facturen ter hoogte van € 5.224,86. De kantonrechter oordeelde dat de onderaannemer niet aansprakelijk was voor de schade bij het eerste project, maar wel voor een deel van de schade bij het tweede project. De kantonrechter wees de vordering van Atom Energy grotendeels af en kende de tegeneis van de onderaannemer toe. Atom Energy werd veroordeeld tot betaling van de facturen van de onderaannemer en de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 11337412 CV EXPL 24-25090
datum uitspraak: 25 april 2025
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Atom Energy v.o.f.,
vestigingsplaats: Ulft,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. J.H.M. Döbber,
tegen
[gedaagde sub 1] , die handelt onder de naam [gedaagde sub 2],
woonplaats: [plaats 1] ,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
gemachtigde: R. van den Burgt.
De partijen worden hierna ‘Atom Energy’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 27 september 2024, met bijlagen;
  • het antwoord met een eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen.
1.2.
Op 20 maart 2025 is de zaak tijdens een zitting besproken. Daarbij waren aanwezig: namens Atom Energy de heer [persoon D] bijgestaan door de gemachtigde en [gedaagde] met zijn gemachtigde.

2.De beoordeling in conventie en in reconventie

Wat is de kern?
2.1.
Atom Energy heeft [gedaagde] opdracht gegeven tot het plaatsen van zonnepanelen op een tweetal projecten. Op beide projecten is er na de door [gedaagde] uitgevoerde werkzaamheden schade ontstaan, waarvoor Atom Energy als hoofdaannemer aansprakelijk is gesteld. Atom Energy vindt dat [gedaagde] aansprakelijk is voor deze schade en eist daarom van hem € 9.327,16 aan hoofdsom met rente en buitengerechtelijke kosten. [gedaagde] ontkent aansprakelijk te zijn voor de schade. Bij tegeneis vraagt [gedaagde] betaling van de facturen van in totaal € 5.5224,86 die hij voor de door hem verrichte werkzaamheden aan Atom Energy heeft verzonden met rente en kosten. De kantonrechter wijst de eis van Atom Energy grotendeels af en de tegeneis van [gedaagde] toe. Dit oordeel wordt hierna toegelicht.
Wat is er gebeurd?
2.2.
Atom Energy heeft van Deno Services B.V. opdracht gekregen tot het leveren en plaatsen van zonnepanelen bij mevrouw [persoon A] in [plaats 2] (hierna: [project A] ) en bij mevrouw [persoon B] en de heer [persoon C] in [plaats 3] (hierna: [project C] ). Atom Energy heeft vervolgens [gedaagde] , als onderaannemer, opdracht gegeven om beide projecten voor haar uit te voeren.
2.3.
Op 2 februari 2023 heeft [gedaagde] bij [persoon A] zonnepanelen geplaatst, waarna [persoon A] op 3 februari 2023 bij Deno melding heeft gemaakt van lekkage.
Door [gedaagde] zijn daarnaast op 24 juli 2023 zonnepanelen geplaatst bij [persoon B] en [persoon C] , waarna er op 27 juli 2023 lekkage bij hen is ontstaan. Atom Energy en Deno hebben een onderzoek ingesteld naar de oorzaken van de schades. Ook hebben de verzekeringsmaatschappijen van zowel [persoon A] als [persoon B] en [persoon C] een expertise onderzoek laten uitvoeren door respectievelijk Dekra Experts en [expert 2] om de oorzaak van de schade te achterhalen. Daarbij is geconcludeerd dat het aannemelijk is dat de schade tijdens de montage van de zonnepanelen is ontstaan. De gevolgschade is voor [persoon A] begroot op € 4.508,35 en voor [persoon B] en [persoon C] op € 3.300,-.
2.4.
Atom Energy is door Deno aansprakelijk gesteld voor de schade van de beide projecten, bestaande uit de vastgestelde gevolgschade en de kosten van herstel van de gebreken. Het schadebedrag is door Deno verrekend met de door Atom Energy aan Deno verzonden facturen. Atom Energy heeft vervolgens [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor de door haar geleden schade, ten aanzien van [persoon A] door haar vastgesteld op € 7.388,38 en voor [persoon B] en [persoon C] op € 5.238,78. Nadat [gedaagde] op 12 juni 2024 een bedrag van € 3.300,- heeft overgemaakt naar Atom Energy met de vermelding ‘schade [persoon B]
d.d. 27 juli 2023’ is het restant van € 9.327,16 door hem onbetaald gelaten.
2.5.
Atom Energy stelt dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. [gedaagde] is het hier niet mee eens. Volgens [gedaagde] is niet met zekerheid vast te stellen dat hij degene is geweest die de schade heeft veroorzaakt. Voor het geval dit wel zo is, geldt dat Atom Energy als hoofdaannemer aansprakelijk is voor eventuele schade. [gedaagde] wil nog betaald worden voor het door hem verrichte werk. Atom Energy erkent dat zij de facturen van [gedaagde] moet betalen, maar wil dit verrekenen met de door haar geleden schade.
Atom Energy kan eventuele schade op [gedaagde] verhalen
2.6.
Het verweer van [gedaagde] dat Atom Energy als hoofdaannemer in het geheel niet gerechtigd is om schade van derden aan [gedaagde] als onderaannemer in rekening te brengen, slaagt niet.
2.7.
Een aannemer is in beginsel bevoegd om aan hem opgedragen werk door anderen te laten uitvoeren. Als een hoofdaannemer één of meer onderaannemers heeft ingeschakeld blijft de hoofdaannemer ten opzichte van de opdrachtgever aansprakelijk voor fouten in het werk. Deze is namelijk in beginsel verantwoordelijk voor de door hem ingeschakelde hulppersonen (artikel 6:76 BW).
2.8.
Voor Atom Energy als hoofdaannemer bestaat echter wel de mogelijkheid om de door haar geleden schade weer te verhalen op [gedaagde] als onderaannemer. Voorwaarde is dan wel dat komt vast te staan dat [gedaagde] wanprestatie jegens Atom Energy heeft gepleegd.
[gedaagde] is niet aansprakelijk voor de schade bij [project A]
2.9.
De kantonrechter is van oordeel dat niet komt vast te staan dat de bij [persoon A] ontstane lekkage is veroorzaakt door een aan [gedaagde] toe te rekenen tekortkoming. Dit baseert de kantonrechter op het volgende.
2.10.
Atom Energy stelt dat de lekkage bij [persoon A] is ontstaan doordat de hemelwaterafvoer, die zich bevindt op een versmald gedeelte van het dak, is verschoven doordat hier tijdens het plaatsen van de zonnepanelen tegenaan is gekomen. Volgens Atom Energy was het [gedaagde] die de hemelwaterafvoer met een been of tas moet hebben geraakt. [gedaagde] betwist echter dat hij degene is geweest die de hemelwaterafvoer heeft geraakt. Volgens [gedaagde] waren op 2 februari 2023 namelijk naast hemzelf, ook [elektromonteur] voor werkzaamheden op het dak van [persoon A] aanwezig.
2.11.
Ter zitting is door Atom Energy bevestigd dat ook [elektromonteur] op 2 februari 2023 (meer dan eens) het dak op zijn geweest voor controle. Daarbij zijn ook zij de hemelwaterafvoer op het versmalde gedeelte van het dak gepasseerd. Gelet hierop heeft Atom Energy onvoldoende haar stelling onderbouwd dat [gedaagde] degene is geweest die de hemelwaterafvoer heeft geraakt. De enkele blote stelling dat het ‘waarschijnlijk is dat [gedaagde] de hemelwaterafvoer heeft geraakt’, is daartoe onvoldoende.
2.12.
Het voorgaande leidt ertoe dat [gedaagde] niet aansprakelijk is voor de door Atom Energy ten aanzien van het [project A] geleden schade.
[gedaagde] is aansprakelijk voor (een deel van) de schade bij [project C]
2.13.
Naar het oordeel van de kantonrechter komt wel vast te staan dat de lekkage bij [persoon B] en [persoon C] is veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming van [gedaagde] .
2.14.
Atom Energy stelt dat de lekkage is veroorzaakt de dakpannen niet goed zijn terug geplaatst en door een gescheurde dakpan ter hoogte van de geplaatste zonnepanelen. Het behoorde volgens Atom Energy tot de verantwoordelijkheid van [gedaagde] om de dakpannen na het plaatsen van de zonnepanelen goed terug te leggen en om deze te controleren.
2.15.
De door Atom Energy gestelde oorzaak van de lekkage vindt steun in het expertiserapport van [expert 2] en is door [gedaagde] als zodanig ook niet betwist. De kantonrechter gaat dan ook uit van de juistheid daarvan.
2.16.
Hoewel [gedaagde] heeft gesteld dat er tijdens de werkzaamheden op 24 juli 2023 ook nog een elektricien op het dak aanwezig was, is niet gebleken dat deze zich met het terugleggen van de dakpannen heeft bemoeid. Verder heeft [gedaagde] niet weersproken dat de verantwoordelijkheid voor het goed terugleggen van de dakpannen en het controleren daarvan, bij hem lag. Volgens [gedaagde] heeft hij de gescheurde dakpan op 24 juli 2023 niet gezien, hetgeen ook reden is geweest dat zijn verzekeraar een bedrag van € 3.080,- heeft vergoed. De kantonrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat komt vast te staan dat de lekkage bij [persoon B] en [persoon C] het gevolg is geweest van een toerekenbare tekortkoming van [gedaagde] . [gedaagde] is dan ook aansprakelijk voor de als gevolg van die tekortkoming door Atom Energy geleden schade.
[gedaagde] moet een bedrag van € 120,- aan schade vergoeden
2.17.
De kosten van € 3.300,- voor het repareren van de lekkage binnenshuis kan worden aangemerkt als schade als gevolg van de tekortkoming van [gedaagde] . Vaststaat echter dat [gedaagde] deze schade door middel van zijn betaling van 12 juni 2024 al heeft vergoed. Ter zake van deze schade wordt dan ook niets meer toegewezen.
2.18.
Het bedrag van € 120,- aan voorrijkosten van Deno kan ook worden aangemerkt als schade als gevolg van de tekortkoming van [gedaagde] . Dit bedrag wordt daarom toegewezen. Uit het expertiserapport van [expert 2] volgt namelijk dat Deno na de melding van de lekkage door [persoon B] en [persoon C] tot tweemaal toe is teruggekomen om de dakpannen goed terug te leggen en om de gebroken dakpan te vervangen.
2.19.
De kosten voor het door Deno demonteren en opnieuw plaatsen van de zonnepanelen zijn naar het oordeel van de kantonrechter niet toewijsbaar. Het demonteren en opnieuw plaatsen van de zonnepanelen heeft volgens Atom Energy plaatsgevonden om te kijken of er in de toekomst mogelijk nog meer lekkage zou kunnen ontstaan. Niet gebleken is echter dat deze werkzaamheden noodzakelijk waren en dat deze een (direct) gevolg zijn geweest van de tekortkoming van [gedaagde] . De oorzaak van de lekkage lag volgens het expertiserapport van [expert 2] namelijk niet in het niet deugdelijk plaatsen van de zonnepanelen maar in het niet goed terugleggen en controleren van de dakpannen. De kosten voor het demonteren en opnieuw plaatsen kunnen dan ook niet worden aangemerkt als schade waarvoor [gedaagde] aansprakelijk is.
[gedaagde] moet incassokosten van € 40,- (exclusief btw) betalen
2.20.
De kantonrechter stelt vast dat Atom Energy voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Gelet op de toewijsbare hoofdsom en de volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) geldende tarieven, wordt de door Atom Energy gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke werkzaamheden toegewezen tot een bedrag van € 40,-.
[gedaagde] moet rente betalen
2.21.
De rente wordt toegewezen over € 120,- vanaf 23 oktober 2023. Atom Energy heeft namelijk voor dit bedrag genoeg gesteld waaruit volgt dat deze rente moet worden betaald en [gedaagde] heeft dat niet betwist. De vervallen rente bedraagt tot nu toe € 12,05.
Atom Energy moet de facturen van [gedaagde] voor een totaalbedrag van € 5.224,86 betalen
2.22.
Atom Energy heeft geen verweer gevoerd tegen de eis van [gedaagde] tot betaling van zijn facturen voor een totaalbedrag van € 5.224,86. Niet in geschil is dat [gedaagde] werkzaamheden voor Atom Energy heeft verricht en evenmin dat Atom Energy de voor die werkzaamheden aan haar verzonden facturen tot nu onbetaald heeft gelaten. Atom Energy is dan ook gehouden om deze facturen alsnog te betalen. De eis van [gedaagde] tot betaling van het bedrag van € 5.224,86 wordt dan ook toegewezen.
Atom Energy moet incassokosten van € 636,24 (exclusief btw) betalen
2.23.
[gedaagde] maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Voldoende is gebleken dat er buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht. Voor de hoogte van de toewijsbare buitengerechtelijke incassokosten zoekt de kantonrechter aansluiting bij de in het Besluit geldende tarieven. Het door [gedaagde] geëiste bedrag is in overeenstemming met de volgens het Besluit geldende tarieven. Het bedrag van € 636,24 wordt dan ook toegewezen.
Atom Energy moet handelsrente betalen
2.24.
De handelsrente wordt toegewezen, omdat [gedaagde] genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Atom Energy dat niet heeft betwist. De handelsrente tot en met 2 december 2024 bedraagt het door [gedaagde] genoemde bedrag van € 836,28.
Verrekening
2.25.
Atom Energy heeft een beroep gedaan op verrekening van de door haar te betalen facturen met de schade die zij heeft geleden. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen het door Atom Energy gedane beroep op verrekening, zodat de kantonrechter aan dit verzoek gehoor geeft. Atom Energy zal daarom worden veroordeeld tot betaling van het bedrag van € 6.525,33 (€ 6.697,38 minus € 172,05) aan hoofdsom, buitengerechtelijke incassokosten en vervallen rente. De vordering in conventie is tenietgegaan omdat Atom Energy haar vordering middels verrekening al vergoed krijgt.
Atom Energy moet de proceskosten betalen
2.26.
De proceskosten in conventie en in reconventie komen voor rekening van Atom Energy omdat zij voor het grootste deel ongelijk krijgt (artikel 237 Rv). De kantonrechter begroot de kosten die Atom Energy aan [gedaagde] moet betalen op € 678,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 339,-) en € 135,- aan nakosten. Dat is in totaal € 813,-. Hier kan nog een bedrag bij komen als dit vonnis wordt betekend.
Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad
2.27.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat [gedaagde] dat eist en Atom Energy daar geen bezwaar tegen heeft gemaakt (artikel 233 Rv). Dat betekent dat het vonnis meteen mag worden uitgevoerd, ook als één van de partijen aan een hogere rechter vraagt om de zaak opnieuw te beoordelen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
in conventie en in reconventie
3.1.
veroordeelt Atom Energy om aan [gedaagde] te betalen € 6.525,33 met de handelsrente zoals bedoeld in artikel 6:119a BW over de hoofdsom van € 5.224,86 vanaf 2 december 2024 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt Atom Energy in de proceskosten, die aan de kant van [gedaagde] worden begroot op € 813,-;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
495