4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
[naam V.O.F.] . in de periode 15 februari
2019 tot en met 21 juli 2020 te Arnhem, meermalen, valse geschriften opzettelijk voorhanden heeft gehad, terwijl zij, [naam V.O.F.] .,
wistof redelijkerwijs
moestvermoeden dat deze geschriften bestemd waren voor gebruik als ware deze echt en
onvervalst, te weten:
- een getuigschrift met als kwalificatie Sociaal Pedagogische Hulpverlening, behaald
aan onderwijsinstelling Hogeschool Rotterdam te Rotterdam op 24 mei 2018, op naam van [persoon B] , geboortedatum [geboortedatum 2] 1996 (2011001100.DOC1,
zie p. 65 en p. 377 t/m 379);
- een Uittreksel uit het diplomaregister van Dienst Uitvoering Onderwijs met als kwalificatie Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg), behaald aan onderwijsinstelling Capabel Onderwijs Groep B.V. te Utrecht op 30 januari 2015, op naam van [persoon J] , geboortedatum [geboortedatum 3] 1987 (21042111330.DOC2, zie p. 53 en p. 397);
- een Uittreksel uit het diplomaregister van Dienst Uitvoering Onderwijs met als kwalificatie Pedagogisch Werk (Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg), behaald aan onderwijsinstelling Capabel Onderwijs Groep B.V. te Utrecht op 14 september 2018, op naam van [persoon G] , geboortedatum [geboortedatum 4] 1996 (2104211330.DOC1, zie p. 396);
en- een Uittreksel uit het diplomaregister van Dienst Uitvoering Onderwijs met als kwalificatie Maatschappelijk Zorg 4 (Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen), behaald aan onderwijsinstelling ROC Albeda College te Rotterdam op 14 april 2014, op naam van [persoon I] , geboortedatum [geboortedatum 5] 1994
bestaande die valsheden hierin dat op voornoemde documenten – in
strijd met de waarheid – wordt vermeld dat een diploma is behaald en/of een
opleiding is voltooid,
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen
verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.