ECLI:NL:RBROT:2025:5184
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening tegen opgelegde cursus Alcohol en Verkeer
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 30 april 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker afgewezen. Verzoeker, die een cursus over alcohol en verkeer opgelegd heeft gekregen door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), stelt dat hij geen spoedeisend belang heeft dat rechtvaardigt dat de beroepsprocedure niet kan worden afgewacht. De voorzieningenrechter oordeelt dat het belang van verzoeker om de cursus niet te volgen, enkel is gebaseerd op de mogelijkheid dat de maatregel onterecht is opgelegd. Dit is echter een toekomstige omstandigheid en biedt geen voldoende spoedeisend belang. De voorzieningenrechter wijst erop dat de onomkeerbaarheid van de situatie op zichzelf niet voldoende is om aan te nemen dat er sprake is van onverwijlde spoed. Bovendien is niet aangetoond dat het volgen van de cursus voor verzoeker op andere manieren belastend is. De voorzieningenrechter concludeert dat het verzoek kennelijk ongegrond is en wijst het af, zonder dat er aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.